Een droge mond ten gevolge van verminderde speekselproductie. Patiënten geven het geregeld aan. Hoe komt het? Wat kun je er mee? Wat zijn de oorzaken en mogelijke gevolgen? Een euvel dat zonder twijfel aandacht behoeft.
Wat is er over bekend?
Een droge mond is normaal bij hitte, inspanning of stress. Een abnormaal droge mond kan verschillende oorzaken hebben. Meestal is een medicament de boosdoener: vooral geneesmiddelen met een anticholinerge werking geven nogal eens een verminderde speekselsecretie en daardoor klachten van een droge mond. Er zijn veel van dergelijke geneesmiddelen, onder meer parasympaticolytica, anti-histaminica, anti-hypertensiva, anti-emetica, anti-parkinsonmiddelen, anti-depressiva en anti-psychotica. Daarnaast geeft een aantal aandoeningen als lastig symptoom een droge mond: te denken valt aan diabetes en het syndroom van Sjögren, een speciale vorm van reuma waarbij traan- en speekselklieren ontstoken raken met als gevolg droge ogen en mond. Uitdroging kan ook een droge mond veroorzaken, evenals radiotherapie in het hoofd-halsgebied. Een enkele keer ligt de oorzaak in het centrale zenuwstelsel, bijvoorbeeld bij een hersenaandoening. Minder speekselsecretie is niet een typische ouderdomskwaal. Bij gezonde ouderen blijft de speekselproductie normaal. Wel komen de hierboven beschreven onderliggende oorzaken bij ouderen meer voor.
Welke klachten en risico’s geeft xerostomie?
Een droge mond is hinderlijk. Het geeft problemen met eten: er is vaak sprake van smaakverlies en het wegslikken van voedsel gaat moeizaam. Ook praten kan lastig zijn, alsof de mond de letters niet kan vormen. Een vieze smaak in de mond en een onaangename mondgeur kan mensen onzeker maken. Een kunstgebit zit vaak minder prettig. Doordat de beschermende werking van het speeksel (deels) wegvalt, is er meer kans op infecties in de mond: gingivitis, stomatitis en schimmelinfecties. Demineralisatie van het gebit geeft meer cariës.
Wat kan ik voor de patiënt doen?
Als een patiënt aangeeft last te hebben van een droge mond, is het belangrijk om zorgvuldig te zoeken naar een onderliggende oorzaak. Kijk naar medicijngebruik, bekende en onbekende aandoeningen of recente lokale bestraling. Inspecteer de mond op ontstekingen of irritaties, of vraag de huisarts dit te doen. Waar mogelijk wordt natuurlijk de onderliggende oorzaak behandeld, bijvoorbeeld door het aanpassen van de medicatie. Ook dit zal meestal aan de huisarts voorbehouden zijn. Heel belangrijk is het geven van voorlichting over goede mondhygiëne om infecties en cariës zoveel mogelijk te voorkomen: drie maal daags poetsen, tussen de tanden reinigen met stokers of ragertjes, regelmatig de mond spoelen met fysiogisch zout, en de lippen verzorgen met bijvoorbeeld vaseline. Om de klachten te verlichten kun je adviseren om regelmatig een slokje water te nemen om de mond vochtig te houden. Slokjes water kunnen ook helpen bij het slikken. Verder kunnen alcohol en te droog voedsel beter vermeden worden. Kauwgom stimuleert de speekselproductie en reinigt de tanden. Ook het eten van zure producten geeft extra speekselaanmaak. Sommige mensen hebben baat bij het gebruik van kunstmatig speeksel. Dit werkt helaas hooguit twee uur en lang niet bij iedereen. Bij langdurige klachten kan pilocarpine worden voorgeschreven: het stimuleert de speekselproductie. Een lage dosering is belangrijk in verband met vervelende bijwerkingen zoals overmatig zweten, tranende ogen, vaak moeten plassen en hoofdpijn. Overleg met de huisarts is noodzakelijk als er medicatie moet worden aangepast of als er twijfel is over de oorzaak van de klachten. Verwijzing naar de tweede lijn heeft alleen zin om de eventueel onderliggende aandoening op te sporen of te behandelen, niet zozeer vanwege de klacht zelf.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2013, nummer 6
Literatuurverwijzingen: