1

. Stelling 1 is juist.

2

. Stelling 2 is juist.

De huisarts meent dat ziekte en sterfte door roken vooral veroorzaakt worden door longkanker, COPD en coronaire hartziekten. Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dat longkanker het grootste percentage van de aan roken gerelateerde sterfte vormt (3). Niet alleen rokers lopen een verhoogd risico om aan de gevolgen van het roken te overlijden. Ook mensen die meeroken hebben ongeveer 20% meer kans om longkanker of hart- en vaatziekten te krijgen, omdat ze in de omgeving verkeren van een roker (4). De grootte van de schade die door roken wordt aangericht is gerelateerd aan het aantal sigaretten en aan het aantal jaren dat men gerookt heeft. Van deze twee factoren heeft het aantal jaren de meeste invloed (5).

3

. Stelling 3 is juist.

4

. Stelling 4 is juist.

5

. Stelling 5 is juist.

De praktijkondersteuner en de huisarts bespreken daarna de onttrekkingsverschijnselen die bij stoppen met roken kunnen optreden. Deze worden veroorzaakt door de verminderde nicotineconcentratie in het lichaam. Ontwenningsverschijnselen die kunnen optreden zijn: dysfore of depressieve stemming, slapeloosheid, prikkelbaarheid, angst, concentratieproblemen, rusteloosheid, verergering van psychiatrische comorbiditeit, vertraging van de hartslag, toename van eetlust of gewicht, obstipatie en hyperreactiviteit van de luchtwegen. Deze onttrekkingsverschijnselen

6

. ontstaan binnen twee uur na stoppen;

7

. bereiken een piek na vier tot vijf dagen;

8

. duren gemiddeld drie tot vier weken.

De praktijkondersteuner merkt dat veel mensen angst voor gewichtstoename hebben bij stoppen met roken. Zij legt de patiënten uit dat enige gewichtstoename normaal is, maar dat het gewicht na een tijdje stabiel blijft.

9

. De gemiddelde gewichtstoename bedraagt 2,5 tot 6 kilo.