De kans om hartfalen te krijgen gedurende je leven is 20% als je 40 bent. Toenemende leeftijd, hypertensie, diabetes mellitus, obesitas, klepgebreken en een hartaanval in de voorgeschiedenis zijn bekende voorspellers van hartfalen. Er is weinig bekend over leefstijlfactoren die het risico op hartfalen reduceren.
Er waren aanwijzingen dat ontbijtgranen kunnen leiden tot een lager risico op hypertensie, coronaire hartziekten, hypercholesterolemie en sterfte. Zij zouden de cardiovasculaire risico’s verlagen en een positief effect hebben op de glucose- en insulinestofwisseling. Niet bekend was of het eten van granen geassocieerd was met een lager risico op hartfalen.
Er volgde een onderzoek onder 20.000 mannelijke artsen in de Verenigde Staten. De artsen vermeldden hoeveel granen zij gebruikten: 0 tot 7 kopjes per week. Jaarlijks kregen zij een vragenlijst waarin gevraagd werd naar het verschijnen van nieuwe aandoeningen inclusief hartfalen. 19,6 jaar werden de artsen gevolgd; 1018 kregen hartfalen. De incidentiecijfers vertoonden een dalend verband met de hoeveelheid graan per week, met een verschil van 3,4 per 10.000 persoonsjaren voor hen die respectievelijk 0 tot meer dan 7 eenheden van 250 ml granen per week aten. Kijkend naar het type graan, was er voor volgraan een omgekeerd verband met het krijgen van hartfalen en voor bewerkte granen niet.
Natuurlijk heeft het onderzoek zijn beperkingen: er werd niet gerandomiseerd en we weten niet of de graaneters er ook in andere opzichten een gezondere leefstijl op nahielden.
Eerdere studies toonden al gunstige effecten aan van vezels, mineralen en bepaalde vitamines op coronaire hartziekten, gewicht, diabetes mellitus 2 en hypertensie. Deze kunnen allen een rol spelen in de etiologie van hartfalen en mogelijk zal het gebruik ervan ook tot een reductie van hartfalen leiden, en wel steeds meer naar gelang er meer van de volle granen wordt gegeten… (MV)
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2008, nummer 1
Literatuurverwijzingen: