We weten dat stoppen met roken het risico op hart- en vaatziekten vermindert en het ontstaan van COPD en longkanker kan voorkomen. Stoppen met roken is dan ook leefstijlinterventie nummer 1. Jongeren beginnen vaak met roken tijdens de puberteit. Uit eerder onderzoek blijkt dat het rookgedrag onder jongeren verandert. In de jaren 1996, 2001 en 2005 vroegen onderzoekers aan jongeren in de tweede en de vierde klas van het voortgezet onderwijs (vmbo, havo en vwo) om een vragenlijst in te vullen over hun rookgedrag. Met het Chronische-ziektenmodel van het RIVM is het mogelijk in te schatten wat de gerelateerde gezondheidswinsten zijn, aan de hand van de geobserveerde trends. In 1996 analyseerden de onderzoekers 13.554 vragenlijsten, in 2001 20.767 en in 2005 17.896. De resultaten hiervan lieten een daling zien van het aantal jongeren dat momenteel rookte of in het verleden gerookt had. Wat de oorzaak van het veranderde rookgedrag onder jongeren is, blijft onduidelijk in dit onderzoek.
Onder de leerlingen in het tweede jaar daalde het aantal rokers van 22,2% in 1996 naar 8% in 2005. Bij de leerlingen in het vierde jaar van 37,5% naar 22,5%. Er waren hierbij geen verschillen tussen geslacht of opleidingsniveau. Als deze jongeren in hun verdere leven niet meer gaan roken, kan dat volgens het Chronische-ziektenmodel 11.500 gevallen van COPD, 3400 gevallen van longkanker en 1800 hartinfarcten voorkomen. Volgens de onderzoekers moeten we jongeren dan ook ontmoedigen om te beginnen met roken om de voorspelde gezondheidswinsten daadwerkelijk te bereiken. Misschien wordt starten met stoppen dan wel een nieuwe leefstijlinterventie? (Jacolien Potkamp)
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2009, nummer 6
Literatuurverwijzingen: