De elektronische sigaret (e-sigaret) is sinds 2004 bekend op de Nederlandse markt en wordt vooral door de al rokende jongeren en volwassenen gebruikt. Het zogeheten ‘dampen’ zou minder risico geven op rokersziekten als longemfyseem, kanker en cardiovasculaire ziekten. Maar of dat een terechte aanname is?
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar trends, potentiële gevaren en effectiviteit van de e-sigaret als hulp bij stoppen met roken. Onder meer onderzoeksbureau TNS-NIPO deed onderzoek, evenals de International Tobacco Control (ITC). Conclusie is dat bij het gebruik van een e-sigaret verschillende schadelijke stoffen vrijkomen, zoals propyleenglycol, glycerine, schadelijke metalen, vluchtige organische stoffen en carcinogene stoffen als formaldehyde. Direct merkbare reacties hierop kunnen zijn: misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en hoesten. Daarnaast zijn ontstekingsmediatoren aangetroffen in de longen, zo blijkt uit recent onderzoek van onder meer het RIVM. Toch zijn de gezondheidsrisico’s van de conventionele sigaret nog steeds beduidend hoger.
Experimenteren met de e-sigaret zou niet leiden tot verslaafd raken aan de conventionele sigaret. Wel blijkt uit de onderzoeksgegevens dat experimenteergedrag en regelmatig gebruik ervan is toegenomen. Maar dan vooral bij dagelijkse rokers. Er zijn geen aanwijzingen dat jongeren die gebruikmaken van de e-sigaret overgaan op gewone tabak. Hier ontbreken echter goede cohortgegevens. Ook over het gebruik van de e-sigaret als hulpmiddel bij stoppen met roken zijn geen statistisch relevante gegevens bekend.
Hoewel de bekendheid en het gebruik van de e-sigaret steeds wijder verbreid worden, zijn de gegevens over de voor- en nadelen nog niet eenduidig. Aan ons de schone taak om onze patiënten van relevante informatie te blijven voorzien. We zullen de onderzoeken nauwlettend volgen en ons vooralsnog richten op reeds beproefde middelen bij rookstopbegeleiding.
Inge Rijke
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2015, nummer 6
Literatuurverwijzingen: