Als praktijkondersteuner heb je vast wel eens een snotterende patiënt tegenover je. Behalve over bijvoorbeeld de diabetes vraagt die patiënt je soms ook nog snel om een advies over deze (chronische) verkoudheid en geheel volgend de NHG-Standaard Rhinosinusitis leg je de patiënt uit te beginnen met stomen en zoute neusdruppels. Volgens de standaard helpen de druppels de symptomen te verlichten. Het idee is dat zoute neusdruppels de slijmpassage door de neus vergemakkelijken en de irritatie van het neusslijmvlies helpen genezen. Maar werken die druppels ook echt?
Dat is uitgezocht in een Cochrane review, waarin uitkomsten van verschillende studies met elkaar worden vergeleken. De auteurs vonden acht gerandomiseerde studies van voldoende kwaliteit. Drie studies lieten een significant voordeel zien van de zoutoplossing versus geen behandeling op de klachten van rhinosinusitis. Eén studie vergeleek zoutoplossing met een intranasale corticosteroïd, waaruit bleek dat de zoutoplossing minder effectief was. Eén studie liet geen voordeel van zoutoplossing versus placebo neusdruppels zien. Bij één studie bleek de zoutoplossing als toevoeging aan een antihistaminicum nuttig. De overige twee studies vergeleken een hypertone oplossing (meer zoutdeeltjes dan omgeving) met een isotone oplossing (evenveel zoutdeeltjes als omgeving). Tussen deze twee zat geen verschil. Of de manier van toedienen, bijvoorbeeld door spray of druppels, er iets toe deed werd niet vermeld.
Goede resultaten dus voor de zoutoplossing, al moet gezegd worden dat het aantal patiënten in de studies steeds vrij klein was. Een zoutoplossing voor de neus lijkt dus een goede en veilige behandeling bij rhinosinusitis.
(KJ)
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2007, nummer 6
Literatuurverwijzingen: