Het is al bewezen dat praktijkondersteuners en nurse practitioners in huisartsenpraktijken goed en effectief astma kunnen behandelen. Maar geldt zoiets ook voor de polikliniek van een ziekenhuis? Ja, longverpleegkundigen kunnen even goed als longartsen patiënten nabehandelen die in het ziekenhuis zijn opgenomen na een exacerbatie van hun astma. Het aantal exacerbaties en heropnames in het ziekenhuis verschilde niet; de kwaliteit van leven was even goed, en de piekstroomwaarde bleef ook hetzelfde.
Dat lijkt me fijn om te weten, maar wat kunnen we ermee? Niet zo veel, denk ik. Want het is niet alleen van belang dát praktijkondersteuners het even goed (of even slecht) kunnen als artsen. Het is veel belangrijker om te onderzoeken wát ze even goed of beter, of juist minder goed kunnen. Zodat artsen kunnen delen wat we evengoed kunnen, en delegeren wat de ander beter kan. Want waarin moeten we de winst bij astmapatiënten zoeken? In het aanleren van zelfmanagement, en het vergroten van de kennis over de aandoening bij de patiënt. Kortom, in het verbeteren van de mogelijkheden van de patiënt om zichzelf te behandelen. Wie deed dat het best? Daarover zegt dit onderzoek niets. Een onderzoek als dit is best nuttig, maar kan hooguit een startschot zijn voor zaken die de zorg écht verbeteren. En daarmee zijn we in de eerste lijn – onderzoek én praktijk – gelukkig al een eind op streek. (RN)
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2006, nummer 2
Literatuurverwijzingen: