Een chronische ziekte heeft vaak invloed op het seksleven. Omdat de praktijkondersteuner chronisch zieken regelmatig ziet, is zij mogelijk de aangewezen persoon om ook naar dat aspect van ziekte te informeren en zo nodig hulp te bieden. Informeer je op eigen initiatief hiernaar als praktijkondersteuner? Kunnen patiënten bij jou terecht met hun vragen en zorgen? Heb je zelf genoeg kennis? In een kleine artikelenserie gaan we in op een aantal aspecten van seksualiteit bij patiënten met een chronische ziekte. In de eerste drie afleveringen ging het over praten over seks en seksualiteit, seksuologische basiskennis en erectieproblemen. Deze aflevering behandelt het effect van medicijnen op de seks. In volgende nummers besteden we aandacht aan een aantal chronische aandoeningen met hun specifieke problemen op het gebied van seks en bieden we de praktijkondersteuner handvatten om seksuologische problematiek aan te pakken. Ook geven we inzicht in de werkwijze van de seksuoloog.
De kern
- Het is belangrijk dat je als praktijkondersteuner kennis hebt van de voornaamste medicijnen en hun effect op het seksleven.
- Seksuele problematiek mag niet te snel uitsluitend aan het geneesmiddel worden toegeschreven.
- Om te zorgen dat je een eventuele bijwerking later beter kunt beoordelen, is het verstandig om van tevoren uit te leggen dat een geneesmiddel seksuologische bijwerkingen kan geven.
- Veel geneesmiddelbijwerkingen op seksualiteit zijn niet goed gedocumenteerd.
Na aandacht voor praten over seks, seksuologische basiskennis en erectieproblemen gaan we deze keer dieper in op het effect van medicijnen. Ook nu hopen we dat je met de aangereikte kennis je voordeel kunt doen. Ga ermee aan de slag indien je je competent voelt. Signaleer je een probleem waar je niet verder mee kunt, verwijs dan naar de huisarts.
Andere oorzaken
Het is niet eenvoudig om vast te stellen of een seksprobleem te maken heeft met het gebruik van bepaalde medicijnen. Vaak zijn er voor het probleem ook andere verklaringen. Een seksprobleem heeft als oorzaak bijvoorbeeld de ziekte zelf. Of de patiënt zit niet goed in zijn vel door de chronische ziekte, waardoor de seks minder goed gaat. Ook kan het zijn dat het probleem al aanwezig was in het verleden, maar dat het toen niet aan de orde is geweest. Dit laatste is goed te ondervangen als je van tevoren informeert naar de seks. Zo weet de patiënt ook meteen dat er over seks gepraat kan worden. Als een patiënt dan via jou een medicijn krijgt voorgeschreven, is het goed om meteen mogelijke seksuele bijwerkingen aan te kondigen. Dan kun je bij een vervolgconsult hier gericht navraag naar doen. Dit bevordert ook de therapietrouw. De patiënt voelt zich dan vrij om op de bijwerking terug te komen en gezamenlijk kun je dan bespreken of de patiënt bijvoorbeeld kan overstappen naar een ander medicijn.
Eliminatie en provocatie
De daadwerkelijke invloed van een geneesmiddel op de seksualiteit is het meest waarschijnlijk als de klachten optreden vrij snel nadat met het medicijn is gestart, of nadat de dosering van een medicijn is veranderd. Als de patiënt dan met het medicijn stopt (eliminatie) verdwijnen de bijwerkingen binnen een aantal dagen. Om aan te tonen dat het écht het effect van het medicijn is, is het daarna officieel nodig dat de patiënt het geneesmiddel opnieuw inneemt (provocatie) en dat hetzelfde effect weer optreedt. In het uitproberen van deze laatste stap hebben patiënten vaak geen zin.
Veel bijwerkingen onbekend
Artsen en patiënten kunnen bijwerkingen van medicijnen melden bij het Nederlands Bijwerkingen Centrum (www.lareb.nl). Bijwerkingen melden is een vrijwillige actie. Arts en patiënt spreken niet vaak over seksualiteit en daardoor komen bijwerkingen niet onder de aandacht van professionals in de gezondheidszorg. Vaak maken professionals ook nauwelijks onderscheid tussen de verschillende soorten effecten op de seksualiteit. Als een bijwerking van een nieuw medicijn opvallend vaak optreedt, publiceert bijvoorbeeld het Geneesmiddelenbulletin hierover, zodat artsen erop kunnen letten. Hoe ingewikkeld het kan zijn om het effect van een geneesmiddel te interpreteren, laat een onderzoek naar hypertensiebehandeling zien. Bij een deel van de onderzochte mannen verbeterden de seksuele prestaties door een betere regulering van de hoge bloeddruk. Bij een ander deel verslechterden deze door de bijwerkingen van de medicatie.
Onbekende bijwerkingen bij vrouwen
Van sommige bijwerkingen van medicijnen maken artsen juist therapeutisch gebruik om bepaalde andere seksuele problemen te beïnvloeden. Zo kunnen medicijnen tegen depressie als nare bijwerking een vertraagde zaadlozing geven. Deze medicijnen geven artsen als therapie aan mannen die last hebben van een veel te vroege zaadlozing. Als die twee uur tevoren een antidepressivum nemen, kunnen ze een aantal minuten langer hun zaadlozing uitstellen. Jammer genoeg hebben weinig medicijnen een positieve invloed op de seks.
We noemen nu een aantal aandoeningen en bespreken daarbij de belangrijkste effecten op de seksualiteit die kunnen optreden bij gebruik van medicatie. Vaak is een deel van de bijwerkingen al te begrijpen uit het doel van het middel. Bij een patiënt die een kalmerend middel gebruikt bijvoorbeeld, is het uit de werking van het middel voorstelbaar dat deze persoon ook minder zin heeft om te vrijen. De bijwerking komt meestal bij een paar procent van de gebruikers voor. Behalve bij de antidepressiva en bètablokkers: daarbij treden de bijwerkingen op bij 10-15% van de patiënten. Veel is ook niet goed onderzocht. Bijwerkingen bij vrouwen, zoals verminderd vochtig worden van de vagina, komen opvallend weinig voor. Ook is niet bekend of verminderd verlangen of orgasmeproblemen hetzelfde uitwerken voor een man of een vrouw.
Astma/COPD
- De bèta-2-sympaticomimetica zoals salbutamol, formoterol en salmeterol kunnen onrust geven, die de ene patiënt als seksueel stimulerend ervaart, de andere als onprettig.
- De mond kan droger worden bij gebruik van parasympathicolytische luchtwegverwijders zoals ipratropium en tiatropium.
- Inhalatiecorticosteroïden hebben weinig bijwerking, behoudens een schimmelinfectie in de mond.
- Theofylline kan onrust en agitatie geven en ook hypotensie en daardoor een minder goede kans op een erectie.
- Chronisch prednisongebruik kan leiden tot psychische veranderingen (van blij tot bedroefd). Ook kan bij mannen de testosteronproductie worden onderdrukt en bestaat er daardoor minder zin in vrijen.
Hartritmestoornissen
- Digoxine kan erectieproblemen veroorzaken.
Hypercholesterolemie
- Cholesterolverlagers als atorvastatine, simvastatine en gemfibrozil kunnen erectieproblemen geven.
Hypertensie
- Bètablokkers kunnen moeheid veroorzaken en minder zin in seks. Daarnaast zijn erectieproblemen door bètablokkers een groot probleem.
- De volgorde van medicijngroepen in bijwerkingen op de erectie is als volgt (het eerste middel geeft de meeste bijwerkingen): bètablokkers, diuretica, ACE-remmers, calciumantagonisten.
Pijn
- Paracetamol heeft geen invloed op seks.
- Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) als diclofenac, ibuprofen en naproxen kunnen erectieproblemen en minder zin in seks geven.
- Morfinepreparaten zorgen voor minder zin in seks.
Psychische problematiek
- Spierontspanners en kalmerende middelen zoals diazepam en oxazepam kunnen sufheid en slaperigheid geven en dus minder zin in seks. Daarnaast kan ook het orgasme moeilijker gaan omdat de patiënt minder geconcentreerd is.
- Antidepressiva moeten wekenlang geslikt worden voordat ze gaan werken. De bijwerkingen op de seks beginnen vrijwel meteen en beslaan het hele domein van de seksuele responscyclus: minder zin in seks, minder voelen van opwinding en klaarkomen lukt niet meer bij een deel van de patiënten.
Stappenplan
Hoe hiermee verder? Is het medicijn de oorzaak van het seksuologische probleem? Om daarachter te komen, kun je het volgende stappenplan hanteren.
- Zijn de klachten plotseling ontstaan of geleidelijk?
- In hoeverre zijn de klachten tegelijk opgetreden met het starten of ophogen van een bepaald medicijn?
- De patiënt denkt dat het van de medicijnen komt. Zijn er andere verklaringen mogelijk, zoals alcoholgebruik, een ander acuut gezondheidsprobleem, een relatieprobleem?
- Als de patiënt ervan overtuigd is dat de medicijnen de oorzaak van het probleem zijn, dan is het belangrijk dat je dit serieus neemt. Door het serieus te bevestigen of uit te sluiten, geef je de patiënt erkenning en dit leidt ook tot een betere werkrelatie bij eventuele vervolgstappen.
- Algemene tips: meestal is er sprake van een combinatie van biopsychosociale factoren die samenkomen. Dan kan het effect van een medicijn de bekende druppel zijn die de emmer doet overlopen. Een aanpak gericht op de andere factoren kan dan soms het nadeel van de medicijnen opheffen of verminderen. Bijvoorbeeld: vermoeidheid compenseren door uitgerust te vrijen of steviger prikkels gebruiken om opgewonden te raken, zoals we in een eerdere aflevering bespraken.
Werking en bijwerkingen afwegen
Als het over seks gaat, zijn er nogal wat medicijnen die het leven van je patiënt negatief kunnen beïnvloeden. Zoals met alle bijwerkingen moet je nut en noodzaak van het medicijn afwegen. Niet altijd is het mogelijk om zonder bijwerkingen om te zetten naar een ander medicijn. Een open gesprek met je patiënt hierover is ook bij medicijngebruik van het grootste belang.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2010, nummer 6
Literatuurverwijzingen: