Een analyse van het Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek (ERGO) door Maartje Niemeijer en collega’s wijst erop dat het aantal mensen dat sterft aan een plotselinge hartdood de laatste twee decennia meer dan gehalveerd is.
ERGO is een longitudinaal onderzoek waarin 45-plussers uit de Rotterdamse wijk Ommoord worden gevolgd. De onderzoekers keken naar de decennia 1990-2000 en 2001-2010. In deze periodes overleden 538 van de 14.628 deelnemers (4%) aan een plotselinge hartdood. Dat is plotseling en onverwacht overlijden door een hartaandoening. De analyse van Niemeijer laat ook zien dat mannen meer kans maken om te overlijden aan een plotse hartdood dan vrouwen (5,2 versus 3,6 per 1000 persoonsjaren). De kans neemt toe met het stijgen van de leeftijd (hazardratio: 1,1 per jaar).
Het feit dat plotselinge hartdood minder voorkomt, schrijven Niemeijer en collega’s toe aan een betere diagnose en behandeling van hartziekte, maar vooral ook aan betere (primaire) preventie. Ze nemen dan ook aan dat nog intensievere preventie van hart- en vaatziekten bij risicopatiënten een verdere daling bewerkstelligt. Deze onderzoeksresultaten bevestigen het belang van het werk van de praktijkondersteuner. Cardiovasculair risicomanagement behoort immers tot onze kerntaken.
Paola Gerritsen
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2015, nummer 1
Literatuurverwijzingen: