Urine-incontinentie
Minder dan de helft van de ouderen met incontinentie roept de hulp in van de huisarts. De meeste klachten van urine-incontinentie kunnen in de eerste lijn worden behandeld. Het artikel van Doreth Teunissen bevat een pleidooi om je als praktijkondersteuner actief in te gaan zetten in de begeleiding van vrouwen met urine-incontinentie.1 Een deel van de patiënten die je nu op je spreekuur ziet, heeft last van urine-incontinentie. Daar klagen ze niet over. Ze zijn er aan gewend. Maar hier is verbetering mogelijk! Na een speciale training kun je deze patiënten naar een meestal droger en in ieder geval prettiger leven begeleiden. Volgens het artikel is iedereen erg enthousiast, zowel de huisarts als de praktijkondersteuner als de patiënt.
Mishandeling
En dan een veel moeilijker onderwerp dat eigenlijk bij ieder consult in je achterhoofd zou moeten zitten. Mishandeling komt geregeld voor.2 Bij jonge diabeten of astmapatiënten met kinderen, maar ook in je oudere populatie. Denk bijvoorbeeld aan de dementerende partner die bij vlagen agressief en moeilijk te benaderen is. Of aan verslaafde kinderen die ouders onder druk zetten. Ook financiële zorgen kunnen voor problemen en huiselijk geweld zorgen. Sta je hier wel eens bij stil? Vraag je hier wel eens naar? Als je patiënt zich niet zo goed zegt te voelen en de controles zijn goed, informeer je hier dan specifiek naar? Of als er ‘spanningen’ zijn of ‘nerveusheid’? Eigenlijk net als bij seksuele problemen blijken vrouwen het prettig te vinden als er actief naar het voorkomen van geweld gevraagd wordt. Stel je de vragen niet, dan krijg je er waarschijnlijk niks over te horen. Als je er wel over begint en de vrouw heeft inderdaad te maken met geweld, is het niet vanzelfsprekend dat ze er meteen over gaat praten. Maar ze weet dan in ieder geval dat ze met deze problemen eventueel bij jou terecht kan. Dat kan tijdens een volgend consult zijn of een half jaar later. Hoe maak je geweld bespreekbaar? En als je erover praat, wat doe je dan verder? Lees daarvoor als start het artikel ‘Vroegtijdige herkenning partnergeweld’. En ook hier is extra nascholing of training belangrijk.
Promotieonderzoek
En zo ontwikkelt de functie van praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk zich meer en meer tot een breed vak. Geheel in lijn met het NHG/LHV-standpunt over ondersteuning in de huisartsenpraktijk. Het gaat in beide voorbeelden over generalistische en geïntegreerde eerstelijnszorg. Waar is de grens? Hoe gaat de functie zich verder ontwikkelen? Als we de ontwikkeling van de praktijkondersteuning vergelijken met die van de verpleegkundige zorg in de ziekenhuiswereld, is het wachten nu op de eerste praktijkondersteuners die promotieonderzoek in de huisartsenpraktijk gaan doen. Over de bekende diabeteszorg of juist misschien over een geheel nieuw onderwerp. Of een praktijkondersteuner die een landelijke kartrekker wordt van een zorgprogramma. Waarom niet? Voorlopig is de grens van het beroep praktijkondersteuner nog niet in zicht!
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 5
Literatuurverwijzingen: