Ook onvrijwillig meerokende zwangeren hebben baat bij de overheidsmaatregel om roken te verbieden in de publieke ruimte. Dit blijkt uit de systematisch review en meta-analyse van Jasper Been et al.
In een methodologisch robuust literatuuronderzoek van 11 observationele onderzoeken werd aangetoond dat er een significant effect bleek te zijn op het voorkomen van vroeggeboorte (10% reductie) en ziekenhuisbezoek wegens astma (10% reductie). De geanalyseerde onderzoeken kwamen uit de Verenigde Staten en Europa. ‘Mother’s little helpers’ was de cynische benaming voor de softenon die zwangere vrouwen innamen in de jaren ’50. Een slaapmiddel tegen zwangerschapsbraken waaruit kinderen met mismaakte ledematen werden geboren. Door dit softenon-schandaal werd in een keer duidelijk dat het ongeboren kind beschermd moest worden voor invloeden van buitenaf. Vooral voor medicijnen. Na de verscherpte controle op de farmaceutische industrie werd de aanval terecht geopend op de tabaksindustrie die nog steeds wereldwijd verantwoordelijk is voor jaarlijks vijf miljoen doden, de hoogste doodsoorzaak die door overheidsbeleid te voorkomen is. Het meeroken veroorzaakt daarbij nog eens 600.00 doden inclusief 165.000 kinderen onder de vijftien jaar. Bovendien komen de meeste onderzoeken uit de rijke geïndustrialiseerde wereld, wat doet vermoeden dat de werkelijke effecten op wereldschaal nog onderschat worden.Dankzij educatie en een restrictief rookbeleid in vooral de westerse wereld (Europa, Japan, Oceanië en Noord-Amerika) is het aantal nicotineverslaafden afgenomen tot ongeveer een kwart van de bevolking en is het aantal nog rokende zwangere vrouwen nog veel drastischer gedaald. Het effect van roken op de foetus door de moeder is vroeggeboorte, afgenomen cognitieve vermogens, laag geboortegewicht en astma. De sigaret verdient wat Been betreft in onze tijd het cynische predicaat ‘mothers little helpers’ en zorgverleners en beleidsmakers moeten anti-rookbeleid dus blijven stimuleren.
Mattees van Dijk
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2014, nummer 5
Literatuurverwijzingen: