Veel praktijkondersteuners houden zich bezig met het cardiovasculaire risicoprofiel. Het doel hiervan is om te kunnen voorspellen of iemand al dan niet een hart- of herseninfarct gaat krijgen in de komende jaren. En dat bepaalt vervolgens of we daar iets aan gaan doen. Daarom bepalen we leeftijd, bloeddruk, cholesterolratio, rookgedrag, de aanwezigheid van diabetes, en soms ook de aanwezigheid van linkerventrikelhypertrofie met behulp van een ECG. Ook onze eigen risicotabellen zijn hierop gebaseerd. Het betekent dat we bij patiënten de bloeddruk moeten meten, en in ieder geval ook het cholesterolgehalte moeten bepalen om het risico goed in te kunnen schatten.
Wetenschappelijk onderzoek richt zich vaak op nieuwe, ingewikkelde modellen die nog beter in staat zijn om het risico te voorspellen. Maar meer is niet altijd beter. Voor de huisartsenpraktijk geldt vaak dat het met name interessant is om te kijken of we met minder gegevens evenveel kunnen voorspellen.
Onderzoekers uit Bristol hebben gekeken of het ook een onsje minder kan. Wat bleek? Soms kan dat best. Met gegevens uit de Women Heart Study berekenden ze dat voor oudere Britse vrouwen (tussen de 60 en 80 jaar) die geen voorgeschiedenis hebben van een hart- of herseninfarct in ieder geval het bloed prikken achterwege gelaten kan worden. Drie eenvoudige vragen (Hoe oud bent u? Hoeveel rookt u? Hoe gezond voelt u zich?) en één meting (de hoogte van de systolische bloeddruk) voorspellen het krijgen van een cardiovasculair event (myocardinfarct, herseninfarct) minstens even goed als het Framingham risk model, waarvoor ook het doen van bloedonderzoek en het maken van een ECG noodzakelijk is. Dat zou betekenen dat een aanpak in de vorm van een tweetrapsraket – aanvankelijk de eenvoudige screening, en pas in tweede instantie bij een verhoogd risico, ook cholesterol- en bloedsuikerbepaling − wel eens effectiever en specifieker zou kunnen zijn dan onze huidige aanpak. In ieder geval is het veel gemakkelijker uitvoerbaar, want de benodigde gegevens zijn in één contact te verzamelen. Toekomstig onderzoek zal leren of deze bevinding leidt tot aanpassing van onze richtlijnen. Het zou een hoop geprik schelen. (HS)
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2006, nummer 3
Literatuurverwijzingen: