Wat is er over bekend?
Een ingegroeide teennagel komt jaarlijks voor bij gemiddeld 4 van de 1000 patiënten die de huisarts ziet, vaker bij mannen dan bij vrouwen. Jongeren tussen de 15 en 24 jaar hebben er het meest last van, maar ook (vrouwelijke) 65-plussers. Bij kleine kinderen en bij mensen die vaak op blote voeten lopen, komt het zelden voor. De oorzaak van een ingegroeide teennagel is niet altijd duidelijk, maar slecht zittend schoeisel en een foutieve nagelkniptechniek kunnen de boosdoeners zijn. Daarnaast hebben mensen met sterk gekromde teennagels een hoger risico op ingroeien. Ook een trauma, overmatig zweten en nagelpeuteren kunnen een rol spelen. Zelden treden er ernstige complicaties op.
Wat kan ik voor de patiënt doen?
Als een patiënt komt met klachten van een pijnlijke, rode, gezwollen teen, is het bij inspectie vaak meteen duidelijk dat het om een ingegroeide teennagel gaat en niet een infectie zoals bijvoorbeeld paronychia. Laat bij twijfel de huisarts meekijken. Vraag aan de patiënt wanneer de klachten zijn begonnen, hoe hij nagels knipt, of hij strakke schoenen draagt, nagelpeutert of een eerder trauma aan de teen heeft gehad. Ook kun je vragen wat de patiënt er zelf al aan heeft gedaan: bijvoorbeeld bijknippen van de nagel.
Wat kan ik uitleggen?
Bij lichte klachten kun je adviseren om het centrale deel van de nagel dun te laten afslijpen door bijvoorbeeld een pedicure. Hierdoor wordt de druk op het nagelbed minder. Mogelijk ontstaan wild vlees kan worden aangestipt met een zilvernitraatstift. Bij een actieve ontsteking of als de adviezen niet het gewenste effect hebben, moet er een gedeeltelijke nagelextractie plaatsvinden. Na verdoving wordt dan een verticale strook van de nagel en het nagelbed aan de aangedane zijde verwijderd. De nagelriem blijft hierbij intact. Nabehandeling met fenol zorgt voor een verminderde kans op een recidief. Meestal doet de huisarts de ingreep zelf, een enkele keer verwijst hij door naar een chirurg. Bijvoorbeeld bij recidiverende klachten na extractie en bij arterieel vaatlijden en gecompliceerde diabetes. Adviseer de patiënt een slipper of sandaal mee te nemen, zodat de teen na de ingreep vrij is van druk. Na de ingreep mag de voet normaal gebruikt worden. Bij napijn kan de patiënt de voet hoog leggen. Hetzelfde advies geldt als er bloed door het verband zichtbaar wordt. Het verband moet enkele dagen blijven zitten, daarna mag er worden gedoucht. De nagel kan dan afgedekt worden met een pleister. Nacontrole is in principe niet nodig, maar vraag de patiënt te bellen bij toenemende pijn, zwelling of roodheid, wat kan wijzen op een wondinfectie. Wanneer de nagel na enkele weken nog niet tot rust is gekomen, kan het zijn dat deze incompleet is verwijderd. Na inspectie van het wondgebied moet de ingreep zo nodig herhaald worden of volgt een verwijzing. De belangrijkste adviezen voor het voorkomen van een ingegroeide teennagel zijn het recht afknippen van de nagels en het dragen van ruime schoenen.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2012, nummer 1
Literatuurverwijzingen: