Bij een experiment in een Amerikaanse kinderartsenpraktijk werden ruim honderd kinderen (2-17 jaar) met hoestklachten die niet behandelbaar zijn, verdeeld in drie groepen. Eén groep kreeg boekwijthoning, één groep dextromethorfan en één groep kreeg helemaal niets. Uitkomstmaat was het verschil in gerapporteerde hoestklachten en slaapproblemen tussen de nacht voor het doktersbezoek en de nacht na het bezoek.
Honing bleek het meest effectief, zowel voor de hoestklachten (frequentie, ernst en hinder) als voor de slaap van kind en ouders. In de beschouwing verbazen de auteurs er zich over dat dextromethorfan in de Verenigde Staten nog veel gebruikt wordt, ondanks het bewijs dat het weinig effectief is, en behoorlijk wat bijwerkingen laat zien.
In Nederland was dextromethorfan ook al geen eerste keus om hoestprikkels te dempen. De resultaten van deze studie onderbouwen het advies in de NHG-patiëntenfolder en -brief Hoesten om honing te proberen. Verdient het spul nu ook een plekje in de NHG-Standaard? (HvdW)