Er is al heel wat onderzoek gedaan naar het resultaat van diverse methoden om af te vallen. Probleem daarbij is eigenlijk vooral dat veel van dat onderzoek plaatsvindt in gespecialiseerde setting en zwaar wordt gefinancierd. De financiers van het onderzoek zorgen er vaak voor dat de geïncludeerde patiënten fors op de huid worden gezeten: de sponsors zien graag positieve uitkomsten van het onderzoek. Het is in dergelijke onderzoeksopzetten altijd maar de vraag of de resultaten die worden behaald ook geldig zijn in de dagelijkse praktijk. Men noemt dat het verschil tussen werkzaamheid en effectiviteit.
In Engeland deed men onlangs een veel ‘natuurlijker’ onderzoek. In 56 huisartsenpraktijken kregen de huisartsen een training van een uur en de verpleegkundigen van 6 uur , waarin het nut van afvallen werd benadrukt en verschillende vormen van hulpverlening werd aangeleerd. Het was vervolgens de bedoeling dat patiënten met een BMI > 30 of een BMI > 28 en overgewicht gerelateerde gezondheidsproblemen werden ingesloten in een programma om af te vallen. Het programma bestond uit 6 consulten (1 consult per 2 weken), waarin men werkte met motivational interviewing-technieken en verschillende lifestyle-interventies. Na 12 weken controleerden de verpleegkundigen de patiënten nog driemaandelijks. Getrainde diëtisten kwamen maandelijks langs in de praktijken om eventuele problemen en de resultaten van het programma te bespreken.
In een jaar tijd werden 1419 dikkerds ingesloten (gemiddeld gewicht 101 kg, gemiddelde BMI 37,0, 75% vrouw), maar na een jaar was de helft van hen gestopt met het programma. Gedurende dat jaar had 70% individuele begeleiding ontvangen, bezocht 34% een of ander groepsprogramma en slikte 19% medicatie tegen obesitas. Van de 642 patiënten die het programma minstens een jaar volgden, bleken 197 het uiteindelijke doel, een gewichtsreductie van 5% of meer, te hebben gehaald. Gemiddeld waren de patiënten 3 kilo kwijtgeraakt. De conclusie is dat 1 op de 7 patiënten klinisch significant was afgevallen en dat is eigenlijk een vrij aardig resultaat. Daar waren dan wel ongeveer 60 consulten voor nodig. Er is dus nog reden voor hoop, maar het kost wel veel moeite. (HvW)
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2008, nummer 5
Literatuurverwijzingen: