Onlangs kreeg ik via een enthousiaste praktijkondersteuner, waar ik zeer goed mee samenwerk, het Tijdschrift voor praktijkondersteuning van augustus 2013 onder ogen. Zij liet mij het artikel zien over voeding bij diabetes en had direct naar aanleiding hiervan diverse inhoudelijke vragen over met name het fruitadvies.1 Er wordt namelijk nogal verwarrend over dit, en diverse andere onderwerpen, geschreven. Is twee stuks een beperking? Wat is nu het juiste advies? Twee of juist meer? Nadat ik het hele artikel had gelezen, kwam ik tot de conclusie dat het stuk inderdaad meer vragen oproept dan duidelijkheid schept voor de praktijkondersteuner. Als ik dan even verderop in uw blad lees dat de adviezen van de praktijkondersteuner soms afwijken van die van de huisarts (en diëtist, is mijn eigen ervaring), dan is het extra jammer dat een stuk over voeding in uw blad niet door een voedingsdeskundige/voedingswetenschapper is geschreven zodat de informatie duidelijk en vooral conform standaarden en protocollen is.
Helaas kan ik de bronnen van de schrijver niet nagaan daar ik niet op uw site kan inloggen, maar ik wil zomaar aannemen dat hij voor elke conclusie een onderzoek heeft kunnen gebruiken. Het is echter in de voedingswetenschappen zo dat er even zoveel onderzoeken voor als tegen iets spreken. Daarom is het in het belang van onze patiënten om uit te gaan van een instantie die deze onderzoeken naar waarde kan inschatten. Het is dan ook zo dat de diëtetiek haar standaarden en protocollen baseert op gerenommeerde instanties of organen, zoals de Gezondheidsraad, de NDF en het NHG.
Wat naar mijn idee een gemiste kans is bij het artikel, is dat de algemene uitgangspunten en richtlijnen voor een gezonde voeding bij diabetes ontbreken. Er wordt wel een aantal keer verwezen naar de richtlijnen van de NDF, maar het zou voor veel praktijkondersteuners en huisartsen goed zijn om die hier even op een rijtje te zetten. Ook over deze richtlijnen zijn namelijk nog veel misvattingen. Verder zijn conclusies als mayonaise is gezonder dan yoghonaise, lekkerbekjes mogen ook, rood vlees bevat veel verzadigd vet en is af te raden, een vetadvies met (gewone) halvarine, een ei per dag mag (maar let op het zout) en een aantal van de gegeven tips aan het eind van het stuk, naar mijn (deskundige) mening niet juist en/of onduidelijk gesteld.
Lotti Elfferich, diëtist
Reactie
Hartelijk dank voor uw reactie op mijn artikel in het Tijdschrift voor Praktijkondersteuning.
In het artikel heb ik impliciet de richtlijnen van de NDF en de Gezondheidsraad als bekend verondersteld en heb ik geprobeerd de meest recente onderzoeken weer te geven. Inderdaad is voor iedere mening een passend onderzoekresultaat te vinden, ik heb daarom voor zover mogelijk als onderbouwing systematic reviews, meta-analyses en grote onderzoeken met grote aantallen geïncludeerde patiënten gebruikt. Dan nog zijn er talrijke pitfalls, zoals het feit dat bij voedingsadvisering veel gebruik gemaakt wordt van epidemiologisch onderzoek en weinig van RCT’s. Dit laatste is ook moeilijk uitvoerbaar in de praktijk en kan eigenlijk alleen gedaan worden met supplementen. De onderzoeken hierover geven over het algemeen ook duidelijker uitkomsten.
Bij onderzoeken naar het momenteel populaire Mediterraan dieet wordt gebruikt gemaakt van scores voor de mate waarin iemand zich aan het Mediterraan dieet houdt. Dat levert uiteraard ook geen kraakheldere onderzoeksresultaten op. De positieve uitkomsten met het Mediterraan dieet komen dan ook uit Spaans onderzoek, waarbij olijfolie of noten aan het dagelijkse dieet zijn toegevoegd.
Hans van Wijland
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2013, nummer 6
Literatuurverwijzingen: