Het hebben van een chronische ziekte heeft een grote impact op het dagelijks leven. Met het stijgen van de leeftijd neemt de kans op het krijgen van een chronische ziekte toe, en met de vergrijzing in aantocht zullen er dus steeds meer chronisch zieken komen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de patiënten zelf, maar voor de hele samenleving. Een gezonde leefstijl draagt bij aan de preventie van chronische ziekten, met name fysieke activiteit. Door de fysieke activiteit, kwaliteit van leven en psychologische gezondheid van drie chronische ziekten met elkaar te vergelijken, hopen Zweedse onderzoekers dat de gezondheidszorg beter kan inspelen op de draaglast van de patiënten en deze te verminderen.
Opzet De onderzoekers vergeleken de draaglast van COPD, reumatoïde artritis (RA) en diabetes mellitus (DM) met elkaar en met gezonde mensen. Ze keken daarbij vooral naar fysieke activiteit, kwaliteit van leven en psychologische gezondheid.
Methode Cross-sectioneel observatie-onderzoek. Uit een aselect samengestelde groep van 31.606 Zweden selecteerde men een groep van 526 COPD-patiënten, 1120 RA-patiënten, 2149 DM-patiënten en 6969 gezonde mensen. De fysieke activiteit werd geschat op basis van een schaal met 4 categorieën: van vrij inactief tot regelmatige beweging en training. De onderzoekers vroegen de deelnemers aan te geven hoe hun algemene gezondheid was. Met de EuroQol five-dimensions questionnaire (EQ-5D) keken de onderzoekers naar de kwaliteit van leven: hoe mobiel en zelfredzaam de deelnemers waren, wat hun dagelijkse activiteiten waren, of ze pijn of een onaangenaam gevoel hadden en of ze angstig of depressief waren.
Resultaten Van de deelnemers aan het onderzoek waren degenen met een chronische ziekte ouder en lager opgeleid dan de gezonde mensen. In de COPD-groep en de DM-groep zaten meer mannen en bij de RA-groep overheersten de vrouwen. De mensen met COPD waren vaker alleenstaand in vergelijking met de andere groepen en van deze groep had 84% een laag fysiek activiteitenniveau (RA scoorde 74%, DM scoorde 72% en van de gezonde mensen had 60% een laag fysiek activiteitenniveau). De algemene gezondheid was slecht tot zeer slecht bij 31% van de COPD-patiënten en bij 29% van RA-patiënten: een veel hoger percentage dan de 16% van DM-patiënten met een slechte algemene gezondheid.
De kwaliteit van leven was bij de chronisch zieken minder dan bij de gezonde mensen, waarbij de patiënten met COPD opnieuw lager scoorden dan de patiënten met DM. Bovendien hadden COPD-patiënten meer angst- en depressieproblemen (52% tegenover 47% RA, 35% DM en 15% gezonden). Patiënten met RA ervoeren meer mobiliteitsproblemen en pijn/onaangenaam gevoel (96%) dan de andere groepen (87% COPD, 75% DM en 35% gezond). De geestelijke gezondheid was verminderd bij 23% van de COPD-groep en de RA-groep, bij 13% van de DM-groep en bij 7% van de gezonde groep. Bij vrouwen kwamen angst, depressie en slaapstoornissen meer voor dan bij mannen in alle groepen.
Beschouwing De uitkomsten van dit onderzoek klinken bekend in de oren. COPD-patiënten lijken het slechtst af, maar met deze conclusie moeten we oppassen, want de onderzoekers corrigeerden niet voor comorbiditeit. Opvallend was dat de geestelijke en lichamelijke gezondheid samen leken te hangen met de lichamelijke activiteit. Natuurlijk vermindert een chronische aandoening de mogelijkheden om te bewegen, maar als je ziet wat (meer) beweging soms letterlijk en figuurlijk teweeg brengt, is het zaak om chronisch zieke patiënten aan het bewegen te krijgen of te houden. Het toepassen van motiverende gesprekstechnieken komt daarbij goed van pas. Beweging is gewoon (broodnodige) therapie.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2009, nummer 6
Literatuurverwijzingen: