Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

De tastzin

redactie

Casus heer Abdellaoui

Meneer Abdellaoui (52 jaar) komt regelmatig bij praktijkondersteuner Hans de Vries voor controle van zijn astma. Hij werkt in een drukkerij. Het gaat goed met meneer Abdellaoui: zijn longfunctie is niet achteruit gegaan en hij heeft geen problemen met de medicatie. Tijdens het consult zegt meneer Abdellaoui dat er iets geks is met zijn rechterhand. Hij laat vaak iets uit zijn vingers vallen en zijn vingertoppen zijn ‘doof’ (“kunnen niet goed voelen”, zegt meneer Abdellaoui). “Waar komt dat door?”, vraagt hij. Hans vraagt: “Is er iets gebeurd, hebt u uw hand bijvoorbeeld gestoten?” Dat blijkt niet het geval. Hans kijkt in de status van meneer Abdellaoui, maar vindt geen aanknopingspunten. Onlangs is er nog een bloedonderzoek uitgevoerd en er waren geen aanwijzingen voor diabetes.

Achtergronden

De tastzin (of aanrakingszin) is het vermogen van een organisme om aanraking of druk waar te nemen. Waarnemen met dit zintuig heet voelen. De term voelen wordt daarnaast gebruikt voor het voelen van temperatuur en pijn. Deze zintuigen liggen weliswaar ook voornamelijk in de huid, maar hebben hele andere functies dan de tastzin. Bovendien zijn ze uitgerust met eigen gespecialiseerde receptoren. In dit artikel ga ik alleen in op de tastzin. Voelen gaat via receptoren in de huid. Een mens heeft verscheidene tastreceptoren in de huid: Tastlichaampjes van Meissner Daarmee voelen we een lichte aanraking, bijvoorbeeld een plukje watten dat zachtjes over de huid strijkt. De schijf van Merkel Daarmee voelen we langdurige aanrakingen. Druklichaampjes van Vater-Pacini Daarmee worden vibraties en snelle variaties in druk verwerkt, bijvoorbeeld de trillingen in de huid van de bas van een muziekinstallatie. Deze lichaampjes bevinden zich in de handpalmen, voetzolen, geslachtsorganen en tepels, wat suggereert dat ze ook een belangrijke rol spelen bij de seksuele stimulatie en bij het zogen. Verder komen deze lichaampjes ook veel voor bij inwendige organen en in het bindweefsel rondom gewrichten en spieren, waar ze snelle veranderingen en vibraties registreren en betrokken zijn bij het vermogen van een organisme om de positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen (proprioceptie). Peritrichale zenuwen Dit zijn zenuwuiteinden die om de haarfollikels gedraaid zitten. Daarmee voel je als er tegen de natuurlijk stand van de haren wordt ingestreken. Daarnaast zijn er nog fasische tastzintuigen die vooral gevoelig zijn voor veranderingen in druk, en tonische tastzintuigen die signalen uitzenden zolang de prikkeling aanhoudt. Tonische tastzintuigen zitten bijvoorbeeld rondom het hart waar zij de bloeddruk registreren. De tast- en drukreceptoren bevinden zich overal in de huid, maar op sommige plekken zitten er meer dan op andere. De vingers, voeten, lippen en tong hebben bijvoorbeeld een heleboel sensoren. Op de rug zitten er relatief weinig. Er bestaat verschil in gevoeligheid tussen de verschillende delen van het lichaam, zoals de hand. De vingertoppen zijn erg gevoelig, maar de handpalm minder.

Diabetische neuropathie

Zoals bekend kan diabetes lijden tot diabetische neuropathie. Hierbij verslechtert het zenuwstelsel doordat de bloedvaten, die de zenuwen van bloed voorzien, vernauwen door de verhoogde bloedsuikerwaarde. Vanuit deze beschadigde bloedvaten kunnen schadelijke stoffen naar de zenuwen lekken. Ook krijgen de zenuwen vanwege beschadigde bloedvaten onvoldoende zuurstof. Door diabetische neuropathie kan de tastzin zijn verstoord. Uiteindelijk kan diabetische neuropathie ook de autonome zenuwen aantasten; deze regelen functies zoals bloeddruk en voedseltransport in de darmen. Schade aan deze zenuwen kan symptomen zoals lage bloeddruk, diarree en impotentie veroorzaken. Gelukkig hoeft het niet zo ver te komen als de patiënt zorgt voor goede bloedglucosewaarden. Tijdens het voetonderzoek wordt de sensibiliteit van de voeten getest met het monofilament van Semmes Weinstein. Tijdens de jaarcontrole wordt de patiënt door de huisarts onderzocht op sensibiliteitsverlies, pijn of tintelingen in de benen en eventuele tekenen van autonome neuropathie, zoals maagontledigingsproblemen of diarree.

Beschadiging door andere oorzaken

De tastzin kan ook zijn verstoord door beschadiging van zenuwen door bijvoorbeeld toxische stoffen of door voortdurende wrijving of trillingen. Beide zie je onder andere bij beroepsgebonden aandoeningen. Een bekend voorbeeld is het organopsychosyndroom. Dat syndroom kan ontstaan bij mensen die werken met oplosmiddelen, zoals schilders, stoffeerders en drukkers. Bouwvakkers of garagemedewerkers werken vaak met trillende gereedschappen waardoor zenuwen in hand of arm kunnen worden aangetast. Zenuwbeschadigingen in benen of onderrug kunnen optreden bij transport- en distributiemedewerkers die op vorkheftrucks en andere voertuigen rijden. Ook kunnen zenuwen bekneld raken, bijvoorbeeld door sporten, langdurig bewegen, of langdurig zitten in dezelfde houding. Eerst raakt de buitenzijde van een zenuw beklemd en verandert als eerste het gevoel (pijn, tastzin, temperatuur). Pas in tweede instantie raken ook de dieper liggende zenuwbanen bekneld en ontstaan daardoor kracht- en coördinatiestoornissen. Ook kunnen zenuwen zijn bekneld door bijvoorbeeld een hernia (dan is er pijn).

Carpaletunnelsyndroom

Een beruchte aandoening met zenuwbeknelling is het carpaletunnelsyndroom. Hierbij is een zenuw in de pols bekneld geraakt. De zenuw (nervus medianus) loopt door de carpale tunnel aan de binnenkant van de pols. De carpale tunnel is een nauw kanaal dat wordt gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad dat tussen de pink en de duim zit aan het begin van de handpalm. In die tunnel lopen de pezen van de spieren die de vingers kunnen buigen en de zenuw. Door een zwelling kan de zenuw in de knel komen. De klachten bestaan meestal uit pijn in de hand en de vingers. Daarnaast kan er ook sprake zijn van een prikkelend, gezwollen of doof gevoel in de hand en vingertoppen. De klachten zijn aanwezig in het gebied rond de duim, wijsvinger en middelvinger. Het kan ook voorkomen dat de pijn uitstraalt naar de onderarm, elleboog en zelfs de schouder. Mensen met het carpaletunnelsyndroom kunnen door de beknelde zenuw minder goed voelen wat ze vastpakken. Vaak voelen ze prikkelingen in de vingers.

Wat kun je doen?

Ga voor de zekerheid na of er alarmsymptomen zijn, zoals neurologische uitval en/of hevige pijn. In die gevallen verwijs je meteen door naar de huisarts. Patiënten zonder alarmsymptomen, die vragen over gevoellloosheid hebben of klachten ergens in hun lichaam, verwijs je ook naar de huisarts.

Besluit

In de casus van meneer Abdellaoui was geen sprake van alarmsymptomen. Hans maakte voor hem een afspraak bij de huisarts. Die verwees meneer door naar de neuroloog en de klachten bleken veroorzaakt te worden door het carpaletunnelsyndroom.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2012, nummer 3

Literatuurverwijzingen:

Literatuur

1Boukes FS, Geijer RMM, Opstelten W, Wiersma Tj, Goudswaard AN. NHG-Standaarden voor de huisarts. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2012.