Bij de invoering van het nieuwe bekostigingsstelsel zouden inkomenseffecten zoveel mogelijk worden weggewerkt. Ook dat is slechts ten dele gelukt. Via het belastingstelsel betalen de ‘rijken’ weliswaar mee aan de zorgverzekering van de ‘armen’, maar iedereen betaalt even veel eigen risico. En dat eigen risico is inmiddels 385 euro. Een hoog bedrag, helemaal voor mensen met een laag inkomen die vaak toch al hogere zorgkosten hebben en vaker chronisch ziek zijn. Resultaat: sommige patiënten laten geen bloedonderzoek verrichten of halen de voorgeschreven medicatie niet op uit de apotheek, omdat het te duur is.
Het NIVEL deed onderzoek naar de aard en omvang van het mijden van zorg tussen 2008 en 2015.1 Van de 2100 mensen die de vragenlijst invulden, zag 3% af van een bezoek aan de huisarts vanwege financiële redenen. Dat valt mee zou je zeggen, maar bezoek aan de huisarts valt niet onder het eigen risico. Het percentage mensen dat niet naar de specialist gaat na verwijzing, ligt veel hoger en stijgt sinds 2010. In 2008 en 2009 was dit percentage 18-20%, in 2011 23% en in 2013 27%. Het percentage mensen dat voorgeschreven medicatie niet ophaalde uit de apotheek, daalde tussen 2008 en 2010, maar steeg weer tussen 2011 en 2012 en bleef in 2015 constant (28%). Bijna eenderde van de patiënten krijgt dus niet de juiste zorg, omdat die te duur voor ze is. Iets om ons zorgen over te maken, vind ik.
Voedingsrichtlijn
Uit de nieuwsoverzichten is mij ook bijgebleven dat de ‘mondige patiënt’ anno 2016 soms ook een wantrouwende patiënt is, die meent dat het spekken van de farmaceutische industrie reden is voor het voorschrijven van medicijnen. Terwijl je met voeding ook veel kunt bereiken, denkt de patiënt die zelden statistisch goed genoeg onderlegd is om slechte van goede onderzoeken te kunnen onderscheiden. Vaak ontbreekt het wetenschappelijk bewijs voor de werking van allerlei voedingsmiddelen. Claims over de werkzaamheid zijn bij nader inzien vaak ongeloofwaardig, omdat de kwaliteit van de onderzoeken slecht is. Maar als ze lezen dat het eten van zilvervliesrijst hoge bloeddruk normaliseert, zullen veel patiënten zilvervliesrijst prefereren boven antihypertensiva. En als patiënten dit voorleggen aan de praktijkondersteuner zal deze vertellen dat wetenschappelijk bewijs voor de werking van voeding vaak ontbreekt, maar dat de werking van medicatie uit de NHG-Standaard wel is bewezen. En dat wil de patiënt nu net niet horen. Discussies op sociale media dragen hier hun – negatieve – steentje aan bij.
Wat wetenschappelijke bewijzen betreft, heb je wel iets aan de website foodlog.nl. Daarop staat een link naar de infographic van McCandless en Quick. Zij verzamelden alle tot nu toe gepubliceerde RCT’s over voedingsmiddelen en vonden zo’n 30 voedingsmiddelen met bewezen effect op de gezondheid. Voor de meeste voedingsmiddelen geldt dat het bewijs matig, onduidelijk of gewoon niet aanwezig is. Zie www.informationisbeautiful.net/visualizations/snake-oil-superfoods.
Omdat er zoveel over voeding wordt beweerd is natuurlijk ook de nieuwe voedingsrichtlijn een houvast, zowel die voor patiënten met diabetes als de algemene richtlijn. Over de eerste voedingsrichtlijn schreef Hans van Wijland een artikel waarin hij ook de vergelijking maakt met de algemene nieuwe voedingsrichtlijn van de Gezondheidsraad (zie pagina 17).
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2016, nummer 1
Literatuurverwijzingen: