‘Het zijn de WK-kilo’s,’ verzucht mijn patiënt tijdens zijn laatste controle in juli, als hij de weegschaal afstapt. ‘Het is maar goed dat het voorbij is, nu kunnen we weer normaal gaan doen.’
Gezellig met de familie voor de buis met snacks verpakt in een speciale WK-uitvoering; de levensmiddelenhandel is er handig op ingesprongen. De best verkochte producten van de afgelopen WK-periode zijn oranjechips, tompouces, oranjepudding en oranjevla, niet echt de meest gezonde producten. De supermarkten heeft het geen windeieren gelegd: de WK-omzet is opgelopen tot 60 miljoen.1 Tsja, WK-kilo’s, vakantiekilo’s, kerstkilo’s en zelfs paaskilo’s… een jaar kent vele hoogtepunten. Als praktijkondersteuner zijn we driemaandelijks getuige van de effecten van deze ‘hoogtepunten’. Begrijpelijk, maar vaak niet zonder gevolgen voor de gezondheid. Pillen zijn snel voorgeschreven, maar het motiveren van patiënten om echt een blijvende gezonde leefstijl te volgen is een stuk lastiger en vormt een terugkerende uitdaging voor elke praktijkondersteuner. Om je patiënt goed te motiveren is kennis over onder andere voeding noodzakelijk. In TPO verschijnen regelmatig artikelen over dit onderwerp. Belangrijk, zeker omdat er veel over voeding geschreven en gepubliceerd wordt, waarbij altijd weer de vraag is hoe onafhankelijk deze informatie is. Ook over de inname van voedingssupplementen en vitamines bestaan veel misverstanden. Patiënten komen regelmatig met vragen over een eventueel vitamine-B12-tekort. Het zou de oorzaak kunnen zijn van aspecifieke klachten als duizeligheid, vermoeidheid en afname van het geheugen. Klachten die veel van onze patiënten hebben. Hoe overtuigend is het bewijs eigenlijk? In dit nummer van TPO een nascholing van Tjerk Wiersma over vitamine B12. Mijn patiënt heeft een vervolgafspraak in oktober. ‘Wel net na mijn vakantie, niet zo handig om dan op de weegschaal te staan,’ was zijn reactie. Hij vertelt me wat over zijn geplande vakantie. Ik hoor mogelijkheden om lekker te wandelen en actief te zijn. Dat wil hij best proberen, maar zijn astma staat hem in de weg. Bij inspanning wordt hij regelmatig benauwd. Vooruit, denk ik – ik heb nog tien minuten –, eens kijken of zijn huidige medicatie wel voldoet. Hij heeft zijn inhalator in zijn jaszak. Hij laat zien hoe hij deze gebruikt, de voorzetkamer ligt uiteraard thuis… Ik geeft hem inhalatie-instructies en druk hem op het hart zijn voorzetkamer echt te gebruiken. Deze maand zie ik hem weer; ik ben benieuwd. Regelmatige controle van de inhalatietechniek is noodzakelijk. In deze TPO een artikel van Lidewij Broekhuizen et al., om de kennis weer op te frissen over de verschillende inhalatoren met elk hun eigen gebruiksaanwijzing. Goed om weer eens door te nemen, het blijkt dat veel patiënten verkeerd inhaleren en voorlichting vormt immers een groot onderdeel van ons werk. Werk dat mede dankzij onze patiënten weer elke dag afwisselend is.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2014, nummer 5
Literatuurverwijzingen: