Mevrouw Pollekens is 61 jaar en rookt al 30 jaar 10 sigaretten per dag. Ze is afgelopen jaar regelmatig bij haar huisarts geweest met klachten van aanhoudend hoesten en slijm opgeven. De huisarts heeft haar verteld dat dit van het roken komt en dat zij daar dringend mee moet stoppen. Na het derde bezoek wil hij het graag inzichtelijk maken met een longfunctie omdat mevrouw Pollekens blijft roken en zij zelf vertelt dat haar klachten waarschijnlijk komen doordat haar astma, waar zij als kind last van heeft gehad, weer actief is geworden. De huisarts verwijst haar naar het spreekuur van de praktijkondersteuner om de longfunctie te laten blazen en om het een en ander met mevrouw te bespreken. De verdere anamnese luidt: als kind astma, hiervoor destijds bij de kinderarts geweest. Chronisch hoest- en slijmklachten en geen last van hyperreactiviteit. Ze is kortademig bij inspanning (MRC = 1), heeft geen last van allergieën, een test is nooit afgenomen. Ze gebruikt salbutamol diskus 200 mcg 4dd1.
De flow-volumecurve ziet er als volgt uit:
[[img:212]]
[[tbl:236]]
De techniek van het blazen is in de volume-tijdcurve goed zichtbaar en deze ziet er als volgt uit:
[[img:213]]
Vraag 1
Wat vind je van de kwaliteit van de curve? Wat levert de volume-tijdcurve je nog aan informatie op?
Vraag 2
In beschrijvende zin, wat kan je uit de flow-volumecurve halen?
Vraag 3
Wat is je conclusie naar aanleiding van het huidige klachtenpatroon en de flow-volumecurve?
Antwoorden
Antwoord 1
De curve ziet er goed uit, snelle opstijging, glad geleidelijk verloop, geen plotse val naar de X-as, in- en expiratoir sluiten op elkaar aan. In de volume-tijdcurve is goed zichtbaar dat er voldoende lang is uitgeademd (> 6 seconden), zichtbaar bij de lange helling rechts in de curve. Een veelgemaakte fout is dat men deze 6 seconden niet haalt. Let wel, sommige spirometers laten deze curve net andersom zien!
Antwoord 2
Het volume is normaal (105% van voorspeld). Er is een duidelijke obstructie (de FER = FEV1/FVC = 35% bij normaal > 70% (of > 0,7)). Er is een toename van de FEV1 met 15%, hetgeen meer is dan de grens voor reversibiliteit die de NHG-Standaard hanteert. Verder is er sprake van een verbetering van > 200 ml van de FEV1. Ook na bronchusverwijding blijft er een obstructie (FEV1/FVC = 39% dus < 70% of 0,7) en de FEV1 is na bronchusverwijding niet naar normaal terug (54%) van voorspeld, dus er blijft een obstructie. Op basis van de flow-volumecurve is er dus sprake van een matig obstructief gestoorde longfunctie die niet naar normaal terugkeert na bronchusverwijding. Reversibiliteit lijkt duidelijk aanwezig. Een volume-effect ontbreekt (de FVC gaat 0,12 liter vooruit en de FEV1 0,37 l). Zoals ook in de NHG-Standaard staat, is de longfunctie niet de enige pijler voor de diagnose en is een definitieve diagnose alleen te stellen in combinatie met de anamnese.
Antwoord 3
Op basis van de klachten (veel slijm en hoesten), de relevante rookgeschiedenis (30 jaar 10 sigaretten = 15 packyears ) en de flow-volumecurve (persisterende obstructie) is hier in ieder geval sprake van COPD, en op basis van de FEV1 post-waarde is het GOLD-stadium 2 (FEV1 post > 50% en < 80% voorspeld). De kinderarts heeft echter ooit astma gediagnosticeerd. Onderzoek naar eventuele allergieën is nog niet gedaan maar is wel aangewezen vanwege de astma. Het is bekend dat astma op kinderleeftijd kan debuteren, kan verdwijnen in de puberteit en op latere leeftijd weer klachten kan geven, zeker als er gerookt wordt. Hier is de dubbeldiagnose COPD met astma op zijn plaats. Gezien de indicatie voor steroïden wordt in de NHG-Standaard de ICPC-code R96 geadviseerd en bij de beschrijving van de episode in de tekst COPD GOLD-stadium 2 toegevoegd.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2008, nummer 3
Literatuurverwijzingen: