1. Ja
De definitie van het overactieve blaassyndroom luidt: plotselinge onbedwingbare aandrang om te plassen, vaak in combinatie met een toegenomen mictiefrequentie en nycturie. Incontinentie is hierbij geen voorwaarde. Oorzaken zoals een urineweginfectie dienen te zijn uitgesloten. Het type plaspil dat mevrouw gebruikt, veroorzaakt waarschijnlijk niet de klachten. Dit in tegenstelling tot snelwerkende lisdiuretica die de continentie bedreigen omdat de blaas sneller wordt gevuld, met als gevolg verhoogde druk en aandrang.
2. Nee
Tijdens de mictie trekt de musculus detrusor zich juist samen. Uitleg over de fase vóór de mictie en de mictie zelf: wanneer de blaas gevuld raakt, ontstaat mictiedrang. Normaliter wordt de aandrang beheerst tot men zich in gepaste omstandigheden bevindt om te plassen. Om de aandrang te beheersen activeert het sympathische zenuwstelsel de sfincter van de urethra en de bekkenbodemspieren en ontspant de in de blaaswand gelegen spier (de musculus detrusor). Maar tijdens de mictiefase ontspannen de sfincter van de urethra en bekkenbodemspieren zich. Hierop reageert de blaaswandspier door zich samen te trekken. Bij voldoende samentrekken zorgt dit voor een residuloze mictie.
3. Ja
Bij een gemiddelde vochtinname is de normale mictiefrequentie ongeveer 6 tot 8 keer per 24 uur. De eerste mictiedrang ontstaat wanneer de blaas gevuld is met 150 tot 200 ml urine.
4. Ja
Dit is een goede vraag om inzicht te krijgen in het type ongewild urineverlies. Sterke aandranggevoelens en ongewild urineverlies zijn verschijnselen die passen bij urgency incontinentie en gemengde incontinentie en zijn daarmee onderscheidend van stressincontinentie.
5. Nee
Met deze vraag kun je niet het type ongewild urineverlies bepalen. Wel kun je met deze vraag erachter komen welke mogelijke andere oorzaak de incontinentie heeft, zoals blaasontsteking.
6. Ja
Bij zwangere vrouwen bij wie tijdens de zwangerschap klachten van incontinentie zijn ontstaan kan lichamelijk onderzoek achterwege blijven, omdat de zwangerschap dan vrijwel altijd de oorzaak van de incontinentie zal zijn.
7. Ja
Stressincontinentie bij zwangere en pas bevallen vrouwen kent een gunstig natuurlijk beloop: een half jaar na de bevalling is de incontinentie zonder behandeling genezen bij 55% ten opzichte van 70% door het doen van bekkenbodemspieroefeningen. Bespreek en weeg de optie om tot een half jaar na de bevalling een afwachtend beleid te volgen tegen de optie van bekkenbodemspieroefeningen.
8. Nee
In theorie kan het (overmatig) gebruik van cafeïne, alcohol of nicotine negatieve invloed hebben op urine-incontinentie, maar alleen op urgencyklachten. Cafeïne heeft een diuretisch effect en maakt de m. detrusor vesicae gevoeliger voor impulsen. Ook nicotine kan de m. detrusor vesicae gevoeliger maken voor impulsen waardoor urgencyklachten ontstaan of verergeren. Bij stressincontinentie is er sprake van een niet goed afgesloten blaas door verminderde werking van de bekkenbodemspieren. Cafeïne heeft hier geen invloed op.
9. Ja
Vrouwen die tijdens het sporten incontinent zijn, kunnen tijdens deze activiteit een tampon dragen. Daar zijn positieve ervaringen mee volgens de werkgroep van de NHG-Standaard Incontinentie. Het voordeel hiervan is dat vrijwel elke vrouw hiermee bekend is. Het is nog laagdrempeliger en mogelijk minder belastend dan het aanmeten van een pessarium.
10. Nee
Een verlenging van telkens tien minuten is te kort. Geadviseerd wordt om wekelijks het interval tussen twee micties met vijftien tot dertig minuten uit te stellen.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2015, nummer 4
Literatuurverwijzingen: