1. Onjuist.
2. Juist.
De NHG-Standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen definieert chronisch slaapmiddelengebruik zo: gebruik van slaapmiddelen gedurende meer dan zestig dagen in de afgelopen drie maanden. De oorspronkelijke oorzaak van de slaapproblemen is hier op de achtergrond geraakt. Bij de patiënt bestaat er vaak psychische en lichamelijke afhankelijkheid.
3. Juist.
Omdat stoppen met benzodiazepinen doorgaans moeilijk is, lijkt voorkómen van chronisch gebruik een eerste vereiste. Als deze preventie niet slaagt en de patiënt toch chronisch gebruiker is geworden, kun je een minimale interventiestrategie toepassen. De patiënt krijgt via een brief van de huisarts het advies te stoppen. De brief bevat daarvoor praktische aanwijzingen (een voorbeeld van de stopbrief staat in de bijlage bij de NHG-Standaard). Het lukt ongeveer een derde tot de helft van de patiënten om zo op eigen kracht te stoppen. De POH kan samen met de apotheker een grote rol spelen bij het toepassen van deze methode door systematisch chronische benzodiazepinegebruikers op te sporen en deze vervolgens een stopbrief te sturen.
4. Onjuist.
Als de minimale interventiestrategie niet werkt en de patiënt is wel gemotiveerd om te stoppen, probeer je de patiënt te laten stoppen via gereguleerde dosisreductie. Hiervoor wordt een kortwerkende benzodiazepineeerst omgezet in een langer werkende benzodiazepine, bij voorkeur diazepam. Diazepam geeft minder ontwenningsverschijnselen en is verkrijgbaar in kleinere doseringen (tabletten van 2 mg met een breukgleuf, waardoor je kleinere stappen tot afbouwen kunt zetten). Een nadeel van diazepam is de slaperigheid overdag. Ontwenningsverschijnselen zijn meestal het heftigst aan het einde van de reductieperiode, maar ze gaan over.
5. Juist.
De symptomen die hier worden beschreven, wijzen op OSAS (obstructief slaapapnoe syndroom). Bij een vermoeden van OSAS kan de huisarts verwijzen naar een longarts, kno-arts of neuroloog, afhankelijk van de plaatselijke afspraken voor verdere diagnostiek en behandeling.
6. Onjuist.
Frequent recidiverende slaapproblemen bij mensen die in ploegendiensten werken, moet je niet medicamenteus behandelen. Melatonine is niet effectief bij verstoring van het dag- nachtritme door ploegendiensten. In de NHG-Standaard staan specifieke adviezen voor werkers in ploegendienst.
7. Juist.
8. Juist.
Bij ouderen is een lichtere, kortere en vaker onderbroken slaap normaal en kent een fysiologische oorzaak. Dutjes overdag verminderen de nachtelijke slaapbehoefte.
9. Onjuist.
10. Onjuist.
Twee algemene adviezen bij slaapproblemen:
- vermijd in de uren voor het slapen gaan koffie, alcohol, copieuze maaltijden en forse inspanning. Lichamelijke inspanning laat in de middag of vroeg in de avond lijkt wel aan te bevelen. Matig intensieve lichaamsbeweging overdag blijkt bij patiënten van 60 jaar en ouder effectief ter bevordering van de slaap;
- sta elke dag op dezelfde tijd op, ook als je maar kort geslapen denkt te hebben.
- Kijk voor de overige aanbevelingen in de NHG-Standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2014, nummer 4
Literatuurverwijzingen: