1
Juist
2
Juist
Chronische veneuze insufficiëntie ontstaat door een lang voortdurende stoornis in de afvoer van het bloed van de venen van de benen door gebrekkige werking van de kleppen. Hierbij kunnen reflux en stuwing in de aderen, pitting-oedeem en diverse huidveranderingen optreden, zoals roodheid, eczeem, verkleuring of uitgezette kleine vaatjes. De ernstigste complicatie van chronische veneuze insufficiëntie is een ulcus cruris.
3
Onjuist
Aanvullend onderzoek is in de meeste gevallen niet nodig. Bij doppleronderzoek meet je de bloedstroom van de bloedaanvoerende slagaders, bij duplexonderzoek maak je de bloedafvoerende aders en hun kleppen zichtbaar. Het heeft alleen zin om deze onderzoeksmethoden toe te passen wanneer in de huisartsenpraktijk sclerocompressietherapie wordt gedaan. Hierbij worden de aders opgespoten, waarna de patiënt een elastieken kous krijgt.
4
Juist
Diuretica zijn alleen geïndiceerd bij oedemen die het gevolg zijn van een water- en zoutvasthouding, bijvoorbeeld door hartfalen. Oedemen ten gevolge van chronische veneuze insufficiëntie hebben een ander ontstaansmechanisme. Diuretica zijn dus niet werkzaam bij chronische veneuze insufficiëntie.
5
Juist
6
Juist
Langdurig gebruik van bètablokkers verbetert aantoonbaar de prognose na een doorgemaakt acuut myocard infarct. Het reduceert het aantal sterftegevallen en het optreden van recidiefinfarcten. Bètablokkers werken bloeddrukverlagend en helpen tegen ritmestoornissen. De voorkeur gaat uit naar de cardioselectieve lipofiele bètablokker metoprolol, in een onderhoudsdosering van eenmaal daags 100-200 mg met vertraagde afgifte. Patiënten met een acuut myocard infarct krijgen vroegtijdig ACE-remmers toegediend vanwege een gunstig effect op de overleving. ACE-remmers verwijden de perifere bloedvaten waardoor de belasting van het hart afneemt en de bloeddruk daalt. Het ontstaan van hartfalen of een verdere toename ervan wordt op deze manier voorkomen. Dit effect treedt vooral op bij tekenen van hartfalen of een asymptomatische verminderde linkerventrikelfunctie (ejectiefractie ≤ 40%). Hiervan is bij mevrouw Jaspers geen sprake.
7
Onjuist
8
Onjuist
Statines zijn geïndiceerd bij alle postinfarctpatiënten, ongeacht de initiële hoogte van de serumcholesterolconcentratie of de leeftijd. Deze behandeling wordt begonnen in de acute fase van een acuut myocard infarct en levenslang gecontinueerd. Zowel bij patiënten met een (sterk) verhoogde als met een normale (LDL-)cholesterolconcentratie geven statines een reductie van ongeveer een kwart in het aantal (recidief) myocardinfarcten, CVA’s of PCI’s (dotterbehandelingen). Naast een cholesterolverlagende werking hebben statines mogelijk een plaquestabiliserende werking.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2012, nummer 1
Literatuurverwijzingen: