De antwoorden zijn als juist/onjuist geformuleerd.
1 Juist
2 Juist
3 Juist
Bij klachten over minder horen en/of oorsuizen kunnen zowel cerumen (oorsmeer), een gehoorgangontsteking (otitis externa) als een ingetrokken trommelvlies door bijvoorbeeld een verkoudheid een (voorbijgaande) oorzaak van de klachten zijn. Een cerumenprop sluit de gehoorgang af. Bij een otitis externa sluit de zwelling en eventuele pus de gehoorgang af. Door een verkoudheid kan de buis van Eustachius minder doorgankelijk zijn, waardoor het trommelvlies naar binnen trekt en zo minder goed de geluidsgolven kan doorgeven. Het is belangrijk vóór het eventueel uitvoeren van aanvullend onderzoek deze oorzaken te kennen dan wel op te lossen, omdat ze de uitslag kunnen beïnvloeden.
4 Onjuist
Cerumenproppen kunnen worden verwijderd met een cerumenhaakje of door het oor uit te spuiten. Als de cerumenprop na drie pogingen niet is losgekomen, verzoekt de praktijkassistente de patiënt ongeveer vijftien minuten te wachten om de prop los te weken. Als na weer twee pogingen nog steeds geen resultaat is bereikt, vraagt de praktijkassistente de patiënt om thuis gedurende drie dagen het oor tweemaal per dag in te druppelen met enige vorm van olie, en dan terug te komen. Daarnaast geven arts of praktijkassistente uitleg over de zelfreinigende werking van de gehoorgang en wordt peuteren of zelf reinigen met wattenstokjes dringend afgeraden.
5 Juist
Audiometrie gebeurt in de huisartsenpraktijk meestal met een screenings-audiometer. Deze meet de luchtgeleiding door tonen op bepaalde frequenties (in hertz (Hz)) en geluidssterktes (in decibel (dB)) via een hoofdtelefoon aan de patiënt aan te bieden. Bij deze methode is het maken van een beengeleidingscurve niet mogelijk en kan dus ook geen onderscheid worden gemaakt tussen geleidingsverlies en perceptieverlies.
6 Onjuist
Geleidingsverlies vindt zijn oorsprong in het geleidingssysteem van het oor: oorschelp, gehoorgang, trommelvlies, gehoorbeentjes en middenoorholte. Bij perceptieverlies zijn er afwijkingen in het binnenoor, bestaande uit het slakkenhuis en de gehoorzenuw. Geluiden klinken dan niet alleen zachter, maar kunnen ook vervormd raken of pijnlijk worden. Presbyacusis is een vorm van perceptieverlies.
7 Juist
Voor bepaling van het gemiddelde gehoorverlies wordt uitgegaan van het gemiddelde decibelverlies bij 1000, 2000 en 4000 hertz, de zogenoemde Fletcherindex. Deze index moet ten minste 35 decibel zijn om volgens de criteria van de Regeling hulpmiddelen van de verstrekking ziekenfondsverzekering in aanmerking te komen voor vergoeding van een hoortoestel.
8 Onjuist
Veel ouderen met presbyacusis hebben weerstand tegen een hoortoestel, meestal omdat zij het niet nodig achten voor het dagelijks functioneren. De meeste verbetering met een hoortoestel is overigens te verwachten als er gehoorklachten zijn in een-op-eengesprekken. Andere redenen om een hoortoestel af te wijzen zijn: stigma (iedereen kan zien dat je iets mankeert), kosten, weinig vertrouwen in verbetering van de hoorkwaliteit, angst voor moeizame bediening en gebrek aan comfort. De huisarts gaat na of de patiënt een hoortoestel wil dragen en gaat in op de eventuele bezwaren. Hij legt daarbij uit dat bij een gehoorverlies van ongeveer 30 decibel vroege interventie door een hoortoestel van groot belang kan zijn voor de gevolgen van het gehoorverlies in de rest van het leven. Hierbij valt te denken aan kunnen blijven meedoen in de samenleving en voorkomen van een sociaal isolement. Dit komt de kwaliteit van leven ten goede.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2010, nummer 6
Literatuurverwijzingen: