Bijzonder aan dit observationele onderzoek is dat de onderzoekers gebruik hebben gemaakt van gegevens van de Britse biobank. Een biobank is een plaats waar medische informatie en biologisch materiaal wordt verzameld en bewaard voor wetenschappelijk onderzoek. Zo konden gegevens van ruim 500.000 mensen van middelbare leeftijd (40 tot 69 jaar) worden geanalyseerd. Meer dan de helft van hen was forens.
De onderzoekers stelden bijzondere factoren vast en namen deze mee in het onderzoek. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan roken, alcoholgebruik, inkomen, opleiding, stedelijke of rurale omgeving, algemene gezondheidstoestand en lichamelijke activiteit in vrije tijd of juist binnen het werk. De resultaten werden gemeten met de Body Mass Index (72.999 mannen en 83.667 vrouwen) en met het percentage lichaamsvet (72.139 mannen en 82.788 vrouwen).
Voor beide geslachten bleek actief woon-werkverkeer samen te hangen met een lager BMI en vetpercentage. Hierbij ging het dus niet alleen om fietsende of lopende forenzen, maar ook om mensen die naar hun werk gaan met het openbaar vervoer of met een combinatie van verschillende transportmogelijkheden. Alles bleek beter dan de auto.
Dit gedegen uitgevoerde onderzoek lijkt misschien een open deur, maar zet je toch aan het denken. Het ligt zo voor de hand: lichamelijke activiteit bevordert de gezondheid. Actief reizen naar je werk bevordert een gezond lichaamsgewicht. Het is voor veel mensen goed in te passen in hun leven. Het is vaak gemakkelijker, en wellicht ook gezonder, dan één keer per week snel-snel (met de auto) naar de sportschool racen of verplicht in groepsverband bewegen bij de fysiotherapeut. In elk geval is het een waardig alternatief om onze patiënten (en onszelf) voor te leggen.

Paola Gerritsen