Het ventiel wordt met een bronchoscoop ingebracht en zorgt ervoor dat de lucht het beschadigde deel van de long niet in, maar wel uit kan. Daardoor worden de negatieve effecten van ‘airtrapping’ weggenomen en ademt de patiënt vrijer. De ventielbehandeling kan gebruikt worden in plaats van de twee standaardbehandelingen: operatieve verkleining van de longen en/of medicamenteuze behandeling. In alle gevallen gaat het om palliatieve behandeling.
Wetenschappers van het Universitair Medisch Centrum Groningen verdeelden 68 patiënten met ernstig COPD in twee groepen. De ene groep kreeg een ventiel, de andere helft werd op de gangbare wijze behandeld. Na een half jaar bepaalden zij het effect van de behandelingen.
De gunstige subjectieve ervaringen van patiënten met een ventiel werden gestaafd door objectieve metingen: deze patiënten bleken significant beter te presteren bij een spirometriemeting dan de conservatief behandelde controlegroep. Ook waren hun resultaten op de 6-minuten-wandeltest beter.
Helaas waren er ook negatieve effecten. Zo kreeg 18% van de patiënten die met de nieuwe methode werd behandeld binnen een half jaar een klaplong. Ook moest het ventiel in een aantal gevallen vervangen (12%) of verwijderd (15%) worden.
Toch geeft onderzoek als dit de burger moed. COPD is vooralsnog niet te genezen, maar als deze behandeling verder wordt ontwikkeld, zijn we wel op weg naar een betere kwaliteit van leven voor mensen met ernstig COPD.

Paola Gerritsen