De autoriteiten die beslissen over toelating van antidiabetica kijken vooral naar bloedglucoseverlaging. Daarnaast is de druk hoog om nieuwe medicijnen zo snel mogelijk op de markt te brengen, waardoor de beoordelingstijden vaak kort zijn. Hierdoor zijn er diverse antidiabetica op de markt waarvan de voordelen voor de patiёnt onduidelijk zijn, en dat geldt ook voor eventuele bijwerkingen. Zo moest de fabrikant het veelbelovende rosiglitazon ijlings van de markt halen toen bleek dat het leidde tot onacceptabele cardiovasculaire bijwerkingen. De BMJ komt nu met voorstellen voor betere procedures.
Het eerste voorstel is: duidelijker bewijs voor de effectiviteit van een medicijn voordat het op de markt wordt toegelaten. Daarvoor zijn grote, praktische onderzoeken nodig in realistische patiёntengroepen, veel patiënten met comorbiditeit dus. Daarnaast moeten de controlegroepen een middel krijgen dat al op de markt is en moeten veranderingen in de behandeling zijn toegestaan als de patiënt daaraan behoefte heeft (dus niet alleen behandelen volgens protocol). Ook moet men uitkomstmaten hanteren die belangrijk zijn voor de patiënt en bijwerkingen systematisch rapporteren. Alleen dan kan het middel worden toegelaten.
Het tweede voorstel luidt: een belangrijker rol voor de organisaties die zich bezighouden met health technology assessment, zoals NICE in het Verenigd Koninkrijk. Dit soort organisaties kan bindende afspraken maken met geneesmiddelfabrikanten, waarbij nieuwe middelen voor voorlopige en eventueel gedeeltelijke vergoeding in aanmerking komen. De organisatie blijft het middel volgen en kan vervolgens nagaan of de verwachte gezondheidsvoordelen in de echte wereld ook worden behaald. Voor deze aanpak zijn steeds meer mogelijkheden, zoals routinematig verzamelde administratieve data en data-extractie uit elektronische patiëntendossiers.
Tjerk Wiersma
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2016, nummer 2
Literatuurverwijzingen: