Auteursgegevens
Nederlands Huisartsen Genootschap, Postbus 3231, 3502 GE Utrecht, afdeling Richtlijnontwikkeling en wetenschap: dr. Tj. Wiersma, senior wetenschappelijk medewerker.
In de NHG-Standaard Stoppen met roken uit 2007 werd het gebruik van varenicline ter ondersteuning van een stoppoging nog niet geadviseerd omdat het middel toen nog maar zeer kort op de markt was. Bovendien was het alleen nog maar onderzocht bij gezonde proefpersonen en waren de effecten op de lange termijn nog onduidelijk.3 Dit terughoudende standpunt is in 2011 herzien door het uitbrengen van een addendum bij de standaard.4 Daarin staat beschreven dat er inmiddels meer onderzoek is en dat het middel ondertussen ook – en met gunstige resultaten – onderzocht is bij mensen die reeds bekend zijn met een hart- en vaatziekte en COPD. Conclusie van het addendum is dat varenicline naast nortryptiline en bupropion eveneens bruikbaar is bij stoppen met roken. Nicotinevervangende middelen blijven ook volgens het addendum middelen van eerste keus. Het samenvattingskaartje van de standaard is toen aan het addendum aangepast.
Bijwerkingen
Het addendum gaat ook in op de bijwerkingen van varenicline: vooral misselijkheid, slapeloosheid en abnormale dromen, soms ook duizeligheid en slaperigheid met lichte tot matige negatieve invloed op de rijvaardigheid. Voorts meldt het standpunt dat varenicline in postmarketing onderzoek in verband gebracht is met agressief gedrag, depressieve stemming, psychose, suïcidale gedachten en pogingen, waarbij de oorzakelijke rol van varenicline nadere opheldering behoeft. Tevens meldt het addendum dat varenicline niet onderzocht is bij mensen met psychiatrische problematiek en dat het middel vanwege het mogelijk ontstaan van suïcidale gedachten beter niet aan deze patiëntengroep voorgeschreven kan worden. Verder adviseert het addendum ook bij andere vareniclinegebruikers alert te blijven op stemmingsveranderingen of suïcidaal gedrag.
Nieuwe gegevens
Inmiddels zijn we vier jaar verder en zijn de zorgen over mogelijke neuropsychiatrische bijwerkingen van varenicline in verschillende publicaties nader in kaart gebracht. Een recente meta-analyse van gerandomiseerde trials waarin varenicline wordt vergeleken met placebo rapporteert geen toegenomen risico van suïcide, suïcidale gedachten, depressie, of sterfte.5 Ook in een observationeel onderzoek onder bijna 8 miljoen Zweden van 15 jaar en ouder van wie er bijna 70.000 werden behandeld met varenicline, wordt geen verband aangetoond tussen gebruik van dit middel met suïcidaal gedrag, gewelddadigheid, verkeersongevallen en psychoses. Wel ziet men in dit onderzoek, vooral bij mensen die reeds bekend waren met psychiatrische problematiek, een toegenomen kans op stemmingsveranderingen en angststoornissen.6 Een andere meta-analyse van clinical trials komt tot de conclusie dat er geen toegenomen kans is op cardiovasculaire aandoeningen tijdens gebruik van varenicline.7
Conclusie
Wat betekent dit voor praktijkondersteuners die rokers begeleiden om te stoppen? Natuurlijk volg je de richtlijnen van de NHG-Standaard Stoppen met roken, waarin de nicotinevervangende middelen eerste keus zijn. Met het bieden van medicamenteuze ondersteuning ben je terughoudend, maar het is een mogelijkheid als de patiënt meer dan tien sigaren/sigaretten rookt per dag en/of per se medicamenteuze ondersteuning wil. Bupropion, nortryptiline of varenicline behoren dan tot de mogelijkheden. De neuropsychiatrische bijwerkingen van varenicline lijken minder talrijk te zijn dan voorheen gevreesd en lijken zich voornamelijk voor te doen bij mensen die reeds bekend zijn met psychiatrische problematiek. Geen varenicline dus bij patiënten met psychiatrische problematiek!
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2015, nummer 5
Literatuurverwijzingen: