Wat is er zoal veranderd? De organisatie van de langdurige zorg, afstemming met gemeenten, en de bekostigingssystematiek van de huisartsenzorg. Doel van een andere bekostigingssystematiek is dat we meer gaan samenwerken met andere zorgverleners. Dat laatste is de praktijkondersteuner op het lijf geschreven: die is vaak de coördinator van allerlei zorgprocessen rond de patiënt met een chronische aandoening. Ook daar kan de praktijkondersteuner niet worden gemist.
Praktijkondersteuner in transitie
Voor veel zorgonderdelen mag de transitiefase voorbij zijn, voor de praktijkondersteuner is dat nog niet zo. Dat komt mede doordat de huisartsenzorg niet meer zonder praktijkondersteuners kan. Sterker nog: de functie moet worden uitgebouwd om goed in te kunnen blijven spelen op de veranderende zorgvraag. De huidige praktijkondersteuner werkt volgens protocollen, maar gezien de groeiende groep oudere en kwetsbare patiënten met multimorbiditeit wordt protocoloverstijgend denken een steeds belangrijkere vaardigheid. Dat vraagt om doorontwikkeling van de praktijkondersteunersfunctie zodat de huisarts meer taken kan overdragen. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) verwoordden dat in het Standpunt Het (ondersteunend) team in de huisartsenvoorziening (2011).
Een functionaris met een verpleegkundige opleiding lijkt het ideaalbeeld het best te benaderen, maar de opleiding moet wel op de huisartsenzorg zijn toegespitst. Er was dus behoefte aan een nieuwe opleiding.
Daarom hebben in 2014 LHV en NHG in samenwerking met de Vereniging van Verzorgenden en Verplegenden Nederland (V&VN), de Nederlandse Vereniging van Praktijkondersteuners (NVvPO) en de Hogescholen gewerkt aan de totstandkoming van een nieuw competentieprofiel voor praktijkondersteuners. Dat competentieprofiel is vertaald in nieuwe eindtermen voor de generalistische hbo-opleiding praktijkverpleegkundige. In 2016 starten naar verwachting de eerste opleidingen. (Overigens ontkomen ook de huisarts en de praktijkassistente niet aan doorontwikkeling om als team goed te zijn opgewassen tegen de veranderde eisen die aan de huisartsenzorg worden gesteld, maar dit terzijde.)
De komende jaren zal er dus sprake zijn van een transitiefase. De huidige praktijkondersteuners worden door huisartsen en patiënten gewaardeerd, want door de komst van de praktijkondersteuners is de zorg voor patiënten met chronische aandoeningen enorm verbeterd. Efficiënt lijkt het om uit te gaan van een groeimodel waarbij in het team plek blijft voor de bestaande praktijkondersteuner, met op de lange termijn een instroom van praktijkverpleegkundigen om de veranderende taken op te vangen. Voor de huidige praktijkondersteuners die willen voldoen aan de nieuwe eindtermen werken de NVvPO en de Stichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg aan een goed overgangstraject (zie ook pagina 33).
Praktijkondersteuners en het NHG
Het NHG is zich de laatste jaren sterker op het team in de huisartsenzorg gaan richten, dus ook op praktijkondersteuners. Er zijn al veel van NHG-Standaarden afgeleide producten voor praktijkondersteuners (zie https://www.nhg.org/poh). Gezien de professionalisering die de beroepsgroep de laatste jaren heeft doorgemaakt, wordt het tijd voor eigen, op de beroepsgroep toegespitste richtlijnen. Daar gaat het NHG in 2015 aan werken.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2015, nummer 1
Literatuurverwijzingen: