In totaal 657 mensen die wilden stoppen met roken kregen nicotine-e-sigaretten (16mg/ml), nicotinepleisters (21mg/dag) of placebo-e-sigaretten (zonder nicotine). Daarnaast kreeg iedere deelnemer telefonische ondersteuning bij het stoppen. Om te meten of deelnemers daadwerkelijk stopten met roken, werd na 6 maanden de koolstofmonoxideconcentratie in uitademingslucht gemeten.
Na 6 maanden was 7,3% van de deelnemers met e-sigaretten gestopt tegen 5,8% in de groep met pleisters en 4,1% in die met placebo-e-sigaretten. Door het onverwacht lage aantal stoppers waren deze verschillen statistisch niet significant. Deelnemers met e-sigaretten gebruikten gemiddeld 1 nicotinevulling per dag, wat overeenkomt met slechts 20% van de nicotine die gemiddeld via echte sigaretten binnenkomt. E-sigaretten met een hogere dosis zouden wellicht effectiever kunnen zijn. Qua bijwerkingen waren er geen verschillen tussen e-sigaretten en pleisters.De onderzoekers concluderen dat zowel e-sigaretten als nicotinepleisters maar matig effectief zijn om rokers te helpen stoppen, en dat er geen verschil in effect is tussen deze ondersteunende middelen. In de NHG-Standaard Stoppen met roken komt de e-sigaret als nicotinevervanger niet aan de orde. Op basis van dit onderzoek kunnen huisartsen patiënten die willen stoppen met roken vertellen dat een nicotine-e-sigaret even effectief is als een nicotinepleister.
Tobias Bonten
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2014, nummer 2
Literatuurverwijzingen: