Ik ben nu bijna negen jaar praktijkondersteuner. In deze tijd heb ik talloze mensen mogen ontmoeten. Natuurlijk hoor ik te zeggen dat ik talloze mensen heb mogen behandelen en begeleiden vanuit mijn vak als praktijkondersteuner. Maar zo voelt het niet. Voor mij is ieder contact een “ontmoeting”.
Steeds meer word ik me bewust van mezelf in mijn ontmoeting met de ander. In elk contact neem je jezelf mee: wie je bent, je ervaring, maar ook je gevoel van de dag. Ik denk zelfs je gevoel van dat moment. Bij mij kan dat namelijk nogal eens verschillen op een dag. Ik heb vrij snel een “gevoel” bij een contact, het doet iets met me. Soms, of misschien zelfs wel vaak, roept de ander een emotie of reactie bij me op. Ik ben er van overtuigd dat dat bij die ander net zo is.
In mijn columns schrijf ik regelmatig over dat gevoel. Het is een plek waar ik ongenuanceerd mijn mening, emotie en gevoel kan spuien. Het zegt alles over mij, niets over degene over wie ik schrijf. Eigenlijk geef ik daarmee een kijkje in mijn ziel. Dat ik daarin soms ongenuanceerd, confronterend, grof of respectloos overkom zegt wat over mij, maar misschien ook over de lezer en zijn gevoel. Gekleurd door eigen ervaring.
Naar mijn mening bereiken we het meest met onze patiënten als we niets vinden, als we niets willen en als we niets moeten. Open, geïnteresseerd, zonder oordeel of vooroordeel in het contact staan met de ander, de ander ontmoeten. Het klinkt mooi en het is ook mooi. Maar ik heb altijd dat moment dat ik toch iets vind, iets voel, geraakt wordt.
Petra zit voor me, diabeet, adipositas van het morbide soort, 14 dagen na haar gastric bypass. Vol trots en met een stralende glimlach vertelt ze alweer twee chocoladerepen te kunnen eten zonder misselijk te worden. Zonde van de operatie denk ik. Jaap, 68 jaar, COPD GOLD III komt voor de derde keer deze maand klagen over zijn benauwdheid. ‘Die pufjes van jou helpen niets’, bitst hij me toe terwijl zijn zwaar doorrookte adem me naar de keel vliegt. Begrip is niet mijn eerste emotie, irritatie wel. Jan, 56 jaar, diabetes type 2 met een glycoHB van 12,8%, neuropathie, retinopathie, nefropathie en twee infarcten, beschrijft hoe hij zijn diabetes aanpakt. Bourgondisch op de bank met alles wat (volgens de richtlijnen) nou net niet moet. Zo graag zou ik eens opstaan en vanuit de grond van mijn hart roepen ‘doe eens effe normaal man!’ Wat zou het opluchten.
In tegenstelling tot de geblondeerde politicus die zijn gevoel en irritatie woordelijk laat spreken, doe ik dat meestal niet. Omdat ik weet dat het niet hoort, niet functioneel is, niet gewenst is. Eigenlijk is er maar één reden: ik weet dat die primaire reactie alles over mij zegt, niets over de ander. Dat ik het hier graag met jullie deel, betekent niet dat ik dat in het contact met patiënten ook doe. Soms wel, omdat het functioneel kan zijn, maar eerlijk gezegd vaker omdat ik me dan niet kan beheersen. Dan “floept” mijn basale gevoel eruit. Zelden geeft dat problemen in het contact met de ander. Want in onze “ontmoeting” ben ik open, mezelf, puur en eerlijk. Dat voelen mensen en dan kunnen ze veel van je hebben.
Na zo’n situatie, als de patiënt mijn kamer heeft verlaten, kijk ik altijd even kritisch naar mezelf in de spiegel: mijn houding, mijn postuur, mijn gebrek aan beweging, mijn emotie. Dan realiseer ik me dat ik weer eens een consult met mezelf heb zitten voeren, mezelf herkend heb in de ander. Dan kijk ik mezelf nog eens aan en zeg ‘doe toch eens normaal man’. Over tot de orde van de dag en de waan van het moment, bewust van mezelf en de ander, open en eerlijk. Ik ben nou eenmaal ook maar een mens.
Bas Janssen
Bas Janssen (38) is praktijkondersteuner en physician assistant in een gezondheidscentrum in Almere, getrouwd en heeft 3 kinderen. Hij geeft les aan de opleiding tot praktijkondersteuner.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 6
Literatuurverwijzingen: