1
Onjuist
Bij erysipelas wordt als eerste keuze flucloxacilline viermaal daags 500 mg gedurende 10 dagen gegeven. Daarnaast wordt de patiënt geadviseerd het aangedane lichaamsdeel zo min mogelijk te belasten en zo mogelijk hoog te leggen. Tot slot wordt de porte d’entrée (de toegangsweg voor de bacterie) opgezocht en behandeld, dit kan bijvoorbeeld een smetplek, voetschimmel of ulcus zijn.
2
Onjuist
3
Juist
Erysipelas komt niet vaker voor bij diabeten, maar wel bij patiënten met een verminderde weerstand. Dat kunnen diabeten zijn, maar ook mensen met hartfalen, lever- of nierfunctiestoornissen. Bij deze patiënten is het risico op complicaties ook groter. Factoren die zorgen voor een grotere kans op erysipelas zijn overgewicht, overmatig alcoholgebruik, enkeloedeem en varices.
Wielink G, Koning S, Oosterhout RM, Wetzels R, Nijman FC, Draijer LW. NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties (Eerste herziening). www.nhg.org.
4
Juist
5
Juist
Bloedneuzen kunnen grofweg worden ingedeeld in twee categorieën: die met een oorzaak ín de neus en die als uiting van een aandoening buiten de neus. Tot de laatste groep horen bloedneuzen veroorzaakt door hypertensie of medicatie. Bloedneuzen door hypertensie treden vaak meer achterin de neus op, vooral wanneer de vaten atherosclerotisch zijn zoals bij oudere mensen. Dit in tegenstelling tot een spontane bloedneus, die vaak uit de oppervlakkig vaatjes voorin de neus komt (locus Kiesselbachi). Coumarinederivaten zijn de belangrijkste medicamenteuze veroorzakers van bloedneuzen; salicylaten kunnen ook bloedneuzen geven, maar het risico hierop is veel kleiner.
Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Opstelten W (redactie). Kleine kwalen in de huisartspraktijk. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg, 2010.
6
Onjuist
7
Onjuist
8
Juist
Vanwege de verminderde weerstand bij diabetes mellitus noemt de huisarts de urineweginfectie gecompliceerd. De urine wordt op kweek gezet om de ziekteverwekker op te sporen. Omdat er in deze casus geen tekenen van weefselinvasie zijn, is de eerste keus van behandeling nitrofurantoïne, viermaal daags 50 mg gedurende 7 dagen. Bij overgevoeligheid is trimethoprim eenmaal daags 300 mg gedurende 7 dagen tweede keus. De huisarts moet de urine 3 tot 5 dagen na afloop van de kuur controleren.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 6
Literatuurverwijzingen: