Hou je kennis up to date met de toetsvragen van huisarts Janine Freeke. Ze zijn geformuleerd als stellingen (juist/onjuist). Heb je een vraag naar aanleiding van de kennistoets ? Mail deze naar tpo@nhg.org.
Bij mevrouw Ten Oever, een vitale 75-jarige dame, zijn een maand geleden drie osteoporotische wervelfracturen gediagnostiseerd. Zij komt nu op het osteoporosespreekuur van de praktijkondersteuner omdat zij graag wil weten wat zij zelf kan doen om de kans op nieuwe botbreuken te verminderen. Mevrouw Ten Oever eet drie boterhammen met kaas en drinkt twee glazen melk per dag. Zij doet de boodschappen zo veel mogelijk op de fiets en gaat tweemaal per week volksdansen. Zij gebruikt geen medicijnen, behalve een benzodiazepine voor de nacht. De praktijkondersteuner adviseert mevrouw Ten Oever om (1) het slaaptablet te laten staan. Ook adviseert hij haar om te starten met medicamenteuze behandeling, namelijk met (2) een calciumtablet en met (3) een bisfosfonaat. Hij vertelt haar dat de behandeling met bifosfonaten (4) maximaal vijf jaar duurt.
Advies 1 is correct.
2
Advies 2 is correct.
3
Advies 3 is correct.
4
De behandelduur bij 4 is correct.
Mevrouw Tegelen, 41 jaar, moeder van drie kinderen, komt op het spreekuur van de huisarts. Ze is recent samen met haar man een danscursus gaan volgen. Helaas verliest ze tijdens het dansen steeds een beetje urine en dat bederft haar plezier in deze avondjes uit. Het is een cursus van tien lessen en ze hebben er al drie gehad. Morgenavond is de volgende les, ze wil graag snel een oplossing. Na het afnemen van de anamnese stelt de huisarts de diagnose stressincontinentie. Hij besluit een gynaecologisch onderzoek te doen. Tijdens het vaginaal toucher vraagt hij mevrouw Tegelen de onderzoeksvingers bijeen te knijpen.
5
Dit onderzoek is bij stressincontinentie geïndiceerd.
Daarna adviseert hij mevrouw Tegelen voor het dansavondje een tampon in te brengen om het urineverlies tegen te gaan.
6
Dit is een correct advies.
De 55-jarige mevrouw De Graaff bespreekt met de aios dat zij al vijf jaar hormonale suppletie gebruikt in verband met ernstige overgangsklachten. Ondanks herhaaldelijke gesprekken met de huisarts betreffende de risico’s van hormoonsubstitutietherapie durft zij niet te stoppen, vanwege de angst opnieuw geconfronteerd te worden met de overgangsklachten. De aios wijst haar er opnieuw op dat zij een verhoogd risico heeft op het krijgen van borstkanker nu zij hormonale suppletie gebruikt. Verder beweert de aios dat het gebruik van hormonale suppletie het risico op het krijgen van baarmoederhalskanker en hart- en vaatziekten verhoogt. De aios heeft in dit geval gelijk wat betreft:
7
– baarmoederhalskanker;
8
– hart- en vaatziekten.
De antwoorden vind je op in een afzonderlijk artikel.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 5
Literatuurverwijzingen: