Context Niet-westerse etnische minderheidsgroepen hebben vaker diabetes mellitus type 2 dan de autochtone bevolking. Ook is hun metabole instelling en bloeddrukcontrole minder vaak optimaal. Bovendien hebben allochtonen gemiddeld minder kennis over diabetes en zelfmanagement, ondanks dat de diabeteszorg voor alle patiëntengroepen gelijk is. Naarmate patiënten de taal van het land slechter spreken of schrijven, is hun kennis minder. Een lastige zaak, aangezien educatie en leefstijlverandering de hoekstenen van de diabetesbehandeling zijn. Cultuurspecifieke diabetesvoorlichting kan mogelijk een oplossing bieden. Onderzoeken hiernaar zijn echter beperkt en de resultaten zijn wisselend.
Klinische vraag Wat is de effectiviteit van cultuurspecifieke diabetesvoorlichting op belangrijke klinische uitkomstmaten bij patiënten met diabetes mellitus type 2 uit etnische minderheidgroepen?
Conclusie auteurs Het effect van cultuurspecifieke diabeteszorg op de bloedglucose is er alleen op de korte termijn. Na 3 maanden daalde het HbA1c met 0,3% en na 6 maanden met 0,6%. Na 12 maanden was er geen significant effect. De kennis over diabetes verbeterde na 3, 6 en 12 maanden. Er was geen effect op de andere uitkomstmaten (lipidenspectrum, bloeddruk, kwaliteit van leven en gedragsdeterminanten). De onderzoeken waren te divers voor subgroepanalyse.
Beperkingen Bij de elf onderzoeken die werden gebruikt voor dit systematische literatuuronderzoek vertoonden de minderheidsgroep, duur van het onderzoek en de bestudeerde gegevens erg veel overeenkomsten. Samenstelling van de gegevens op eindpunten was hierdoor moeilijk. Het was onmogelijk op basis van deze onderzoeken iets te zeggen over de langetermijneffecten.
Bron Hawthorne K, Robles Y, Cannings-John R, Edwards AGK. Culturally appropriate health education for type 2 diabetes mellitus in ethnic minority groups. Cochrane Database Syst Rev 2008; Issue 3. Art. No.: CD006424.
Commentaar
De auteurs concluderen dat cultuurspecifieke diabetesvoorlichting alleen effect heeft op de korte termijn. Deze conclusie is gebaseerd op elf onderzoeken, waarvan er slechts drie de patiënten een jaar volgden en na deze termijn geen effect vonden. Het bewijs dat deze vorm van voorlichting op de langere termijn niet effectief zou zijn, is dus dun. Bovendien lieten de auteurs bij selectie van de onderzoeken de kwaliteit van de interventie buiten beschouwing. Cultuurspecifieke educatie is echter geen vastomlijnd begrip, maar omvat een diversiteit aan interventies die zijn gericht op minderheidsgroepen, waarbij er geen ‘best practice’ bestaat. Er is dan ook juist behoefte aan het vaststellen van de werkzame elementen binnen de interventies. Helaas konden de auteurs van de review daarover geen uitspraak doen.
Onder niet-westerse minderheidsgroepen in Nederland komt diabetes mellitus type 2 drie à vier keer vaker voor dan onder de autochtone bevolking. Vaak gaat het hierbij om eerstegeneratiemigranten die vasthouden aan hun eigen cultuur en de Nederlandse taal slecht beheersen. Volgens Nederlands onderzoek is de suikercontrole bij allochtone patiënten gemiddeld slechter dan bij autochtone patiënten. Tot nu toe heeft dit niet tot aantoonbaar meer complicaties bij allochtone patiënten met diabetes geleid. Een slechtere metabole instelling leidt echter tot meer complicaties en meer sterfte, ook bij deze groep. Vandaar dat we in Nederland voor deze mensen allochtone zorgconsulenten inzetten, voorlichters die de eigen taal spreken en uit dezelfde cultuur komen. Daarnaast is er speciaal voor deze doelgroep ontwikkeld materiaal en zetten we specifiek voor deze doelgroep getrainde verpleegkundigen in.
Al deze extra inspanningen hebben hetzelfde effect als de conclusie van de review: met name bij laagopgeleide groepen zijn er geen significante effecten op de langere termijn. Hard bewijs ontbreekt, maar toch lijkt cultuurspecifieke voorlichting voor laagopgeleide migrantengroepen de beste optie om optimale diabeteszorg ook voor deze groepen te realiseren. De te gebruiken methoden moeten daarbij geschikt zijn voor de Nederlandse situatie.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 2
Literatuurverwijzingen: