De antwoorden zijn als juist/onjuist geformuleerd.
1
. Juist
2
. Juist
Een anamnese met roken en zonder allergische klachten of bronchitisklachten in de voorgeschiedenis wijst a priori meer in de richting van COPD dan astma. In Nederland kun je bijna stellen dat COPD voor 100% is geassocieerd met roken. In andere (armere) landen dragen zaken als binnenshuis koken en andere schadelijke gassen ook bij aan het veroorzaken van COPD. Wereldwijd is roken verantwoordelijk voor 85% van de COPD-gevallen en dragen binnenshuis koken en andere schadelijke gassen voor 15% bij aan het ontstaan van COPD.
Niet iedereen is even gevoelig voor de schadelijke effecten van sigarettenrook, waardoor ongeveer de helft van de rokers uiteindelijk COPD-klachten zal krijgen.
3
. Juist
De belangrijkste oorzaken van exacerbaties zijn infecties van de bovenste en onderste luchtwegen (60%) en luchtvervuiling (10%). Bij 30% van de exacerbaties blijft de oorzaak onbekend. Infecties kunnen zowel viraal als bacterieel zijn, de laatste soms als super-infect (een infectie bovenop een andere infectie).
4
. Onjuist
Diagnostische spirometrie wordt gedaan om een diagnose te ondersteunen of te verwerpen. Ondanks dat de anamnese in deze casus sterk doet denken aan COPD, is het toch goed om te kijken of er sprake is van reversibiliteit na inhalatie met een bronchusverwijder. Is dat het geval, dan zou mevrouw Mertens astma kunnen hebben of COPD gecombineerd met astma. Als er geen reversibiliteit is, kan de praktijkondersteuner uitgaan van de diagnose COPD. Bij een vervolgspirometrie ter follow-up van bestaand COPD is een reversibiliteitstest niet meer noodzakelijk.
5
. Onjuist
De COPD GOLD-classificatie is gebaseerd op het percentage FEV1 ten opzichte van de voorspelde waarde, bij een FEV1/FVC < 70% (obstructie). Zie tabel 1 voor de afkappunten.
[[tbl:374]]
Op basis van de genoemde waarden kan mevrouw Mertens worden geclassificeerd als COPD GOLD II.
6
. Onjuist
7
. Juist
Kortwerkende bronchusverwijders als ipratropiumbromide of een bèta-2-sympaticomimeticum zijn eerste keus als startbehandeling bij COPD, naast uiteraard een stoppen-met-rokenadvies en advies ten aanzien van lichaamsbeweging. De COPD Clinical Questionary (CCQ) is een vragenlijst die op drie domeinen (symptomen, mentaal en functioneel) kijkt naar de kwaliteit van leven van een COPD-patiënt. Door deze test bij follow-up te herhalen, kan het effect van therapie worden gevolgd. De Medical Research Council-dyspnoescore (MRC) is een diagnostische test en meet de functionele beperking door dyspnoe bij COPD-patiënten. Voor het testen van de kwaliteit van leven bij COPD is de CCQ dus de aangewezen test.
8
. Juist
Depressieve klachten komen veel voor bij COPD-patiënten. Daarnaast lijkt een aantal rokers juist te roken om dergelijke gevoelens te onderdrukken. Bij stoppen met roken kunnen deze gevoelens versterkt bovenkomen. Aandacht voor de psyche is dus van belang. Dat kan door middel van gesprekken, bijvoorbeeld met de huisarts. De praktijkondersteuner overlegt met de huisarts hierover.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 1
Literatuurverwijzingen: