Invloed van ouders
Wanneer patiënten zich bewust zijn van hun ongezonde leefstijl en er “klaar” voor zijn om deze te veranderen, is het zinvol ook het effect van leefgewoontes op kinderen met je patiënt te bespreken. Ouders hebben immers een voorbeeldfunctie en dus zullen kinderen hun leefstijl overnemen, ook als die ongezond is. We kijken met z’n allen steeds meer tv, met als gevolg dat kinderen dat ook doen en daardoor te weinig beweging krijgen. In plaats van lekker buitenspelen, zitten kinderen meer voor de buis en spelen ze meer computerspelletjes. Ook snoepen en snacken kinderen meer tussendoor en meestal blijkt het voor ouders moeilijk om daaraan grenzen in te stellen. Toch is dit belangrijk, leren we uit de rubriek PEARLS waarin we aandacht besteden aan de problematiek van dikke kinderen. Uit het hierin besproken onderzoek blijkt dat behandeling van overgewicht en obesitas bij kinderen het meest effect heeft als die gericht is op kinderen èn hun ouders. En aangezien in Nederland al zo’n 10% van de kinderen te dik is en dit percentage stijgt, is een structurele aanpak van dit probleem onontkoombaar. Behalve psychische problemen vanwege schaamte en een verminderd zelfvertrouwen, lopen deze kinderen immers meer risico op het krijgen van gezondheidsproblemen. Zo’n 80% zal ook op latere leeftijd met gewichtsproblemen kampen en we weten hoe moeilijk het is voor volwassenen met obesitas om af te vallen. De gevolgen kennen we: diabetes, hypertensie en hart- en vaatziekten. Het is lastig om vaste gewoontes te veranderen. Hoe jonger een kind gezonde leefgewoontes aanleert, hoe groter de kans dat deze gewoontes blijvend zijn.
Toenemende druk
Wat precies de negatieve effecten van overgewicht bij kinderen zijn, zal in de toekomst pas zichtbaar worden. Maar we weten nu al dat gezondheidsproblemen die ontstaan door overgewicht, de levensverwachting negatief beïnvloeden. Naast de toenemende druk op de gezondheidszorg vanwege de vergrijzing, zullen gezondheidsproblemen die ontstaan door een ongezonde leefstijl, de gezondheidszorg ook zwaar belasten. En deze problemen komen op steeds jongere leeftijd voor. Zo is het synoniem “ouderdomssuiker” voor diabetes type 2 al lang niet meer van toepassing. Gelukkig worden in Nederland momenteel veel beweegprogramma’s aangeboden, ook voor kinderen. Met alle bezuinigingen die het kabinet voor ogen heeft, kunnen we alleen maar hopen dat de regering deze initiatieven doorzet, en dat bewegen een structureel onderdeel gaat worden in de behandeling van patiënten met obesitas en diabetes.
Preventie als goed voornemen
Kijken naar de toekomst staat ook centraal bij het preventieconsult. Een NHG-Standaard over dit onderwerp is in ontwikkeling, waaraan we in een volgende aflevering aandacht zullen besteden. Doel van dit consult is vroegtijdige opsporing en behandeling van patiënten met een verhoogd risico op het krijgen van hart- en vaatziekten, diabetes en nierfunctiestoornissen. Behandeling kan bijvoorbeeld bestaan uit begeleiding bij beweging en stoppen met roken of medicamenteuze aanpak van te hoge bloeddruk. De praktijkondersteuner speelt een grote rol in het preventieconsult. En die rol heeft veel te maken met goede voornemens op het gebied van leefstijl. Wat mijzelf betreft, ik heb er wel eentje…
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 1
Literatuurverwijzingen: