Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Veelzijdigheid ten top

redactie

Als dit nummer van het Tijdschrift voor praktijkondersteuning op de mat valt, is het symposium ‘Samen naar de dokter’ net achter de rug. Daar presenteert het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO de resultaten van het onderzoek naar het groepsconsult, ook wel Gezamenlijk Medisch Consult (GMC) genoemd, en de opgedane ervaringen hiermee. Sinds de invoering ervan in 2005 werken inmiddels al vijftig teams met deze nieuwe zorgvorm. Dat zijn voor het merendeel poliklinieken, maar een enkele huisartsenpraktijk experimenteert er ook mee. De ervaringen zijn louter positief, maar of het GMC daadwerkelijk meerwaarde heeft, zal blijken uit het vergelijkend onderzoek dat het NIVEL deed. Tijdens het symposium op 11 juni maken de onderzoekers de resultaten bekend.
Wie eind september 2008 het tweede Jaarcongres Praktijkondersteuning van Bohn Stafleu van Loghum in Amsterdam bezocht, maakte met het fenomeen groepsconsulten al kennis door de lezing van Ed Westra. Op een GMC gaan acht tot twaalf patiënten gezamenlijk naar de dokter voor een consult. De arts bespreekt met de patiënten één voor één hun ziekteverloop en beantwoordt vragen. De andere patiënten kunnen hiervan leren en kunnen reageren door een tip te geven of een vraag te stellen. Belangrijk tijdens zo’n groepsconsult is de aanwezigheid van een gespreksleider. Hij/zij moet de zaak in goede banen leiden en zorgen dat het gezamenlijk consult gestructureerd verloopt. Veelal neemt de praktijkondersteuner deze taak op zich binnen de setting van de huisartsenpraktijk. Daarmee voegt zij een nieuw element toe aan haar takenpakket en zeker niet de eenvoudigste taak. Als praktijkondersteuner zul je al je ervaring op het gebied van gespreksleiding en consultvoering moeten aanspreken. En het leiden van groepsconsulten vergt nog wel wat andere vaardigheden dan het doen van een individueel consult. De een ligt dit beter dan de ander, maar … oefening baart kunst.
De praktijkondersteuner is als functie in het leven geroepen om de huisarts werk uit handen te nemen. Doordat het een relatief nieuwe functie is, is die volop in ontwikkeling. Maar wil dat ook zeggen dat de praktijkondersteuner in iedere niche moet springen die zich voordoet? Met andere woorden: is de praktijkondersteuner de meest aangewezen persoon binnen de huisartsenpraktijk om groepsconsulten te organiseren en te begeleiden? Dat zal – zoals gezegd – afhangen van de persoon en zijn vaardigheden, en ook speelt mee hoe anderen binnen de huisartsenpraktijk hier tegenover staan. Deze groepsconsulten worden altijd met twee personen gedaan, bijvoorbeeld een huisarts of diëtiste . We kunnen in elk geval de conclusie trekken dat het leiden van groepsconsulten voorlopig niet tot het standaard takenpakket van de POH hoort, maar het kan een prikkelende, afwisselende uitbreiding zijn.

Vele markten

Feit blijft dat de praktijkondersteuner in haar generalistische rol van vele markten thuis moet zijn. Naast specialistische kennis van chronische ziekten als diabetes en COPD heeft zij ondersteunende en educatieve vaardigheden nodig, en moet zij verstand hebben van gedrag en verandermanagement. En of de weegschaal dan doorslaat naar de specialistische kant of naar de ondersteunende kant zal van het moment, de ziekte, de praktijk, en de patiënt afhangen. Een praktijkondersteuner in een asielzoekerscentrum (zie de aflevering van ‘De kleur van mijn vak’ in dit nummer) spreekt andere vaardigheden aan dan iemand die in een huisartsenpraktijk werkt met een grotendeels autochtone patiëntenpopulatie van ouderen. Deze vaardigheden hebben onder andere te maken met onze referentiekaders, waarover je kunt lezen in onze serie over communicatietips in dit nummer. En zo zijn we weer rond.
Veel leesplezier!

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2009, nummer 3

Literatuurverwijzingen: