Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Laat dat voorschrijven maar aan ons over!

redactie

Verpleegkundigen schrijven geneesmiddelen voor. Dat was al zo toen ik in 1978 aan mijn opleiding tot verpleegkundige begon in een middelgroot stadsziekenhuis in Rotterdam. De hoofdzuster van de eerste afdeling waar ik werkzaam was, regeerde als een strenge vorstin over haar domein en werd door patiënten, verpleegkundigen en artsen zowel aanbeden als gevreesd. Dagelijks schreef zij een enorme hoeveelheid recepten uit als waren het koninklijke decreten. Aan het einde van de dag duwde ze die onder de neus van de specialist, die ze vervolgens ondertekende. Ik kan mij niet herinneren dat er ooit ook maar één recept werd gewijzigd. En nog voordat ik mijn vierjarige opleiding had afgerond, deed ik het zelf ook. Ik schreef recepten uit van geneesmiddelen en deed dat op blokjes die waren voorgetekend door de specialist.

Het voorschrijven door verpleegkundigen is sindsdien alleen maar toegenomen. Voor veel praktijkverpleegkundigen, praktijkondersteuners en diabetesverpleegkundigen is het een vast onderdeel van hun beroepsuitoefening.
Dat voorschrijven gebeurt op veel manieren. Op voorgestempelde receptenblokjes, op recepten die artsen achteraf ondertekenen, maar ook via computersystemen waar artsen aan het eind van het spreekuur of ’s avonds autoriseren wat verpleegkundigen eerder hebben voorgeschreven.

Er zijn een paar opvallende overeenkomsten in al die manieren van voorschrijven door verpleegkundigen. De eerste overeenkomst is duidelijk: het is steeds de verpleegkundige die vanuit haar deskundigheidsgebied de feitelijke afweging maakt voor het type geneesmiddel, voor het preparaat én voor de voor te schrijven dosering. Het is de verpleegkundige die op basis van haar bekwaamheid uitstekend in staat blijkt om voor te schrijven. Dat bijvoorbeeld diabetesverpleegkundigen dat uitstekend kunnen, blijkt uit recent promotieonderzoek van Bas Houweling. Hij toonde aan dat verpleegkundigen in de diabeteszorg hun werk even goed deden als de artsen, terwijl de patiënten zelfs meer tevreden bleken te zijn.1 Maar er is nog een overeenkomst in dat voorschrijven door verpleegkundigen. Want al die verpleegkundigen die voorschrijven, zijn hiervoor feitelijk niet bevoegd. Het voorschrijven door verpleegkundigen kent namelijk geen wettelijke basis. Wat de verpleegkundigen doen, is daardoor illegaal, zoals Houweling in dit tijdschrift op pagina 10 ook schrijft. De Geneesmiddelenwet, waarin is vastgelegd welke beroepsgroepen mogen voorschrijven, noemt de verpleegkundige niet. De huidige Geneesmiddelenwet kent de verpleegkundige niet als beroepsbeoefenaar. Verpleegkundigen die voorschrijven mogen dan weliswaar deskundig en bekwaam zijn, bevoegd blijken ze niet.

Het is de hoogste tijd dat er verandering komt in deze achterhaalde situatie. Verpleegkundigen hebben recht op de bevoegdheid om geneesmiddelen voor te schrijven. Dat is het standpunt van de Algemene Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden (AVVV) en het wordt gedeeld door de beroepsverenigingen die bij de AVVV zijn aangesloten. Daarnaast is er steun uit onverdachte hoek. Ook de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ), het belangrijkste onafhankelijke adviescollege voor minister Hoogervorst, vindt dat het tijd wordt dat verpleegkundigen in de Geneesmiddelenwet worden opgenomen.2

Maar er zijn ook tegenstanders. Zij roepen dat het een catastrofe is voor de volksgezondheid wanneer alle 150.000 verpleegkundigen zomaar ‘in het wilde weg’ gaan voorschrijven. Dat is natuurlijk onzin. In het voorstel van de AVVV krijgen verpleegkundigen immers niet de algemene bevoegdheid om op eigen houtje medicijnen voor te schrijven. Want aan die bevoegdheid wordt nog iets anders verbonden. Een duidelijke inperking die met drie duidelijke afspraken in de Wet BIG moet worden vastgelegd:

  • verpleegkundigen schrijven alleen voor binnen hun eigen deskundigheidsgebied;
  • verpleegkundigen schrijven alleen voor bij patiënten die reeds zijn gediagnosticeerd (door een arts);
  • verpleegkundigen schrijven uitsluitend voor op basis van bestaande medische protocollen en richtlijnen.

Daar komt nog eens bij dat verpleegkundigen, net als alle andere beroepsbeoefenaren die vallen onder de Wet BIG, niet alleen bevoegd (door de wet) moeten zijn, maar ook deskundig (door opleiding) en bekwaam (door de praktijk).
Wie vervolgens bedenkt dat verpleegkundigen een basisopleiding hebben gevolgd van vier jaar, hierna meerdere jaren ervaring opdoen binnen een specifiek aandachtsgebied van de gezondheidszorg, én een specialistische vervolgopleiding voltooien, begrijpt dat het zo’n vaart niet zal lopen met die catastrofe. Het echte punt van zorg is in mijn ogen dan ook dat tienduizenden Nederlandse verpleegkundigen en meer dan duizend praktijkondersteuners op dit moment geneesmiddelen voorschrijven, terwijl zij hiervoor feitelijk niet bevoegd zijn. En de enige catastrofe die ík kan bedenken is dat er nog altijd tegenkrachten blijken te zijn die willen verhinderen dat datgene wat al jarenlang naar ieders tevredenheid gebeurt, geformaliseerd wordt in de wet.

Mogelijke belangenverstrengeling: niets aangegeven.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2006, nummer 1

Literatuurverwijzingen:

Literatuur

1Houweling ST. Taakdelegatie in de eerste- en tweedelijnsdiabeteszorg;de resultaten van de discourse studies.
2[Proefschrift] Groningen: Rijksuniversiteit, 2005.
3Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Taakherschikking in de gezondheidszorg. Zoetermeer: RVZ, 2002. http:// www.rvz.net/data/download/advies_taakherschikking.pdf.