Voor de controle en behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 2 bestaan duidelijke richtlijnen. Het probleem is dat ze te vaak niet goed worden gevolgd, waardoor patiënten een hoog risico lopen op complicaties. Zo halen veel patiënten niet het aantal voorgeschreven controlebezoeken. Dat is spijtig, want onderzoek heeft uitgewezen dat de metabole waarden beter zijn bij regelmatige controle. Het is echter een hele klus om ervoor te zorgen dat alle patiënten vier keer per jaar op controle komen. Een onderzoeksgroep uit Nijmegen startte een diabetes support service (DSS), die de huisarts hierbij ondersteunde. Meer dan elke drie maanden de patiënten bellen om ze te herinneren aan het volgende controlebezoek deed de DSS niet. Het oproepsysteem bleek fantastisch te werken. Vergeleken met een controlegroep die geen telefonische herinnering kreeg, deden patiënten uit de interventiegroep het na twee jaar op bijna alle maten beter. Het percentage patiënten dat elk kwartaal een bloedonderzoek kreeg, steeg van 60 naar 80, terwijl dat in de controlegroep onveranderd laag was. En belangrijk, de HbA1c-waarde van patiënten in de interventiegroep bleef beter op peil dan in de controlegroep. Dat gold ook voor de systolische bloeddruk, cholesterol en triglyceriden. De twee groepen verschilden na twee jaar niet in cholesterol/HDL-ratio en diastolische bloeddruk. Ook het aantal patiënten dat de in de richtlijn gestelde bloeddrukwaardes (140/85) haalde, was laag. Hier is dus nog wel wat winst te behalen.
Na twee jaar ondersteuning van de DSS, is het merendeel van de reguliere diabetescontroles minstens een keer bij vrijwel alle patiënten uit de interventiegroep uitgevoerd. Dit laat zien dat ook patiënten het telefonische oproepsysteem op prijs stellen. (LJ)