1
Onjuist
Van de Nederlandse bevolking van 20 tot 60 jaar heeft ongeveer 1 op de 8 personen een verhoogd cholesterolgehalte, 1 op de 5 een verhoogde bloeddruk en 1 op de 3 rookt. Roken is dus de meestvoorkomende risicofactor. Beïnvloeding van deze risicofactoren kan de cardiovasculaire sterfte en morbiditeit aanzienlijk doen verminderen.
2
Onjuist
Een risicoprofiel is een overzicht van voor hart- en vaatziekten relevante risicofactoren; hiertoe behoren naast de genoemde factoren ook leeftijd, geslacht en alcoholgebruik.
3
Juist
De waarde van de bloeddruk stel je vast door deze per consult steeds tweemaal volgens de standaardprocedure te meten, met een tussenpoos van minimaal vijftien seconden. De uiteindelijke bloeddrukwaarde is het gemiddelde van beide metingen.
4
Juist
Alleen tijdens het eerste consult meet je de bloeddruk aan beide armen. Bij een verschil van 10 mmHg of meer meet je bij volgende consulten de bloeddruk aan de arm waar je de hoogste waarde vond.
5
Onjuist
Alleen hart- en vaatziekten bij eerstegraadsfamilieleden (vader, moeder, broers/zusters) jonger dan 60 jaar verhogen het risico daarop.
6. Juist
Alle patiënten met risicofactoren voor hart- en vaatziekten krijgen van toepassing zijnde leefstijladviezen. In het geval van mevrouw Jong kunnen deze bestaan uit adviezen over vermindering van het zoutgebruik door minder kant-en-klaarmaaltijden te nuttigen en meer te bewegen. Voor een vrouw zijn twee glazen rode wijn per dag geen bezwaar.
Hoewel de anticonceptiepil de bloeddruk kan verhogen, is het absolute additionele risico op hart- en vaatziekten van de huidige lichte pillen te gering om ermee te stoppen.
NSAID-gebruik veroorzaakt bloeddrukstijging (vooral bij ouderen) van gemiddeld 5 mmHg diastolisch. Dit geldt voor alle NSAID’s.
7
Onjuist
Voor patiënten zonder hart- en vaatziekten en zonder diabetes mellitus type 2 is de beslissing om wel of geen bloeddrukverlagende medicatie te adviseren vooral afhankelijk van de hoogte van het geschatte risico van hart- en vaatziekten en van de hoogte van de systolische bloeddruk (SBD).
Alle patiënten met een SBD > 180 mmHg komen in aanmerking voor behandeling met antihypertensiva.
Bij patiënten bij wie op grond van de risicotabel het tienjaarsrisico op sterfte door hart- en vaatziekten lager dan 10% is, overwegen we medicamenteuze behandeling bij een belaste familieanamnese, obesitas of vergrote middelomtrek, of aanwijzingen voor orgaanschade.
Daarnaast wegen we de voordelen van preventieve behandeling af tegen de nadelen, zoals bijwerkingen, interacties en kosten van geneesmiddelgebruik. Je betrekt de patiënt hierbij.
Bij jongere patiënten moeten we extra aandacht besteden aan de motivatie voor het (meestal levenslange) gebruik van medicatie en de beoogde behandelingswinst (absolute risicodaling).
In de risicotabel is op te zoeken dat het tienjaarsrisico op sterfte door hart-en vaatziekten van mevrouw Jong 0% is; er is dus in principe geen advies voor medicamenteuze behandeling.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2009, nummer 4
Literatuurverwijzingen: