Het is half acht 's ochtends, ik ben halverwege thuis en werk en ik heb vanaf half 4 wakker gelegen. Met ongezonde tegenzin bereid ik me langzaam rijdend en stilstaand voor op de dag. Ik kan wel gillen: 'Ik wil al die mensen niet zien vandaag! Ze interesseren me niet eens!'
Het is half acht ’s ochtends,